Za darmo

Voor Nu en Voor Altijd

Tekst
0
Recenzje
Oznacz jako przeczytane
Voor nu en voor altijd
Voor nu en voor altijd
Darmowy audiobook
Czyta Rachel Mungra
Szczegóły
Czcionka:Mniejsze АаWiększe Aa

“Hey!” riep Serena, zwaaiend, voordat ze zich naar Emily toe haastte om haar te begroeten met een knuffel.

“Je bent hier voor die bijzettafels, toch?” vroeg Emily toen ze uit elkaar gingen, een beetje ongemakkelijk door de fysieke intimiteit die Serena blijkbaar zo gemakkelijk kon initiëren. “Ze staan hier aan de zijkant, ik pak ze wel even voor je.”

Serena volgde Emily door het doolhof van meubels de tuin in. “Is dat je vriend?” vroeg ze terwijl ze liepen, met een blik op Daniel. “Want als ik het mag zeggen: hij is lekker.”

Emily lachte en keek ook over haar schouder. Daniel was in gesprek met Karen van de buurtwinkel, nog steeds in zijn witte hemd, de lentezon dansend over zijn biceps.

“Dat is hij niet,” zei ze.

“Niet lekker?” riep Serena uit. “Meid, ben je blind?”

Emily schudde haar hoofd en lachte. “Ik bedoel, hij is mijn vriend niet,” corrigeerde ze zichzelf.

“Maar hij is lekker,” drong Serena aan. “Je kunt het hardop zeggen, hoor.”

Emily grijnsde. Serena moest wel denken dat ze preuts was.

Ze liepen naar de twee tafels die Serena op kwam halen. De jongere vrouw ging op haar hurken zitten om ze te bekijken en zwaaide haar donkere haar over een schouder, waardoor haar gebronsde karamelkleurige huid onthuld werd. Ze was mooi op een manier die uniek was bij jonge vrouwen, met een gloed en kracht die niet nagemaakt konden worden met make-up.

“Ben je van plan actie te ondernemen?” vroeg Serena, en ze keek omhoog naar Emily.

Emily verslikte zich bijna. “Met Daniel?”

“Waarom niet?” zei Serena. “Want als jij het niet doet, doe ik het wel!”

Emily verstijfde. Ze voelde haar lichaam, ondanks de lentezon, ineens koud worden. De gedachte aan de mooie, zorgeloze Serena met Daniel vulde haar met jaloezie, zo sterk dat ze erdoor verrast werd. Ze kon zich voorstellen dat hij snel voor haar zou vallen, want hoe kon het ook anders? Hoe kon een man van vijfendertig weerstand bieden aan een jonge vrouw als Serena? Het was praktisch vastgelegd in hun DNA.

Serena bewoog opeens met haar wenkbrauwen en lachte naar Emily. “Het was maar een grapje! Wow, je ziet eruit alsof ik je heb verteld dat er iemand dood is!”

Emily kon het niet helpen dat ze zich geïrriteerd voelde door de grap van Serena. Grappen waren echt iets voor jonge en zorgeloze mensen. Maar voor mensen die afgestompt waren, zoals zij, was het moeilijk om ervan te genieten.

“Waarom zou je daar grappen over maken?” vroeg Emily, en ze probeerde niet in haar stem te laten horen dat ze geschrokken was.

“Ik wilde je gezicht zien als ik het zei,” antwoordde Serena. “Om te zien of je hem leuk vindt of niet. En je vindt hem leuk, trouwens. Je zou er echt iets mee moeten doen. Een man die er zo uit ziet, blijft niet lang single.”

Emily trok een wenkbrauw op en schudde haar hoofd. Serena was te jong om te begrijpen hoe gecompliceerd dingen konden zijn tussen twee mensen. Ze wist nog niets van de emotionele bagage die je mee moest zeulen als je ouder werd.

“Hey,” zei Serena, in de verte kijkend. “Heb je al tijd gehad om de schuur uit te zoeken? Ik durf te wedden dat daar spannende dingen in staan.”

Emily keek achter zich. Aan de andere kant van de tuin stond de houten schuur in de schaduw, alleen en vergeten. Ze had nog niet de kans gehad om de bijgebouwen te verkennen. Daniel had haar verteld over de kassen. Hij wilde ze graag opknappen om er weer bloemen in te kweken voor de verkoop, maar het was te duur. Hij had het echter niet gehad over de schuur en de andere bijgebouwen en zij was ze simpelweg vergeten.

“Nog niet,” zei ze, en ze wendde zich weer tot Serena. “Maar ik zal het je laten weten als ik iets tegenkom wat jij of Rico leuk zouden vinden.”

“Geweldig,” zei Serena. Ze liep weer naar achteren, een bijzettafeltje onder iedere arm. “Bedankt voor deze twee. En vergeet niet Meneer Lekker Ding te versieren. Je bent nog jong!”

Emily sloeg haar ogen ten hemel en lachte bij zichzelf terwijl ze de jonge vrouw nakeek. Was zij zo zelfverzekerd geweest toen ze vroeg in de twintig was? Zo ja, dan kon ze zich het niet herinneren. Amy was altijd de zelfverzekerde geweest en Emily de meest verlegene van de twee. Misschien kwam ze daarom altijd in slechte relaties terecht. Misschien was ze daarom zo lang bij Ben gebleven; uit angst dat ze nooit meer iemand anders zou vinden, uit angst om weer door de ongemakkelijke fase te gaan van iemand anders vinden.

Emily keek naar Daniel, naar de manier waarop hij met de klanten praatte, naar hoe voorzichtig hij zich gedroeg, naar de manier waarop hij zo snel verloren raakte in zijn eigen wereld zodra hij weer alleen was. Voor de eerste keer sinds ze hem had ontmoet, herkende Emily iets van zichzelf in Daniel. En het was iets waardoor ze hem beter wilde leren kennen.

*

Serena’s interesse in de schuur had Emily nieuwsgierig gemaakt. Later die avond, toen de garageverkoop klaar was voor die dag, ging ze naar de bijgebouwen. In de schemering zag het landgoed er nog mooier uit. Het was duidelijk hoe goed Daniel ervoor had gezorgd. Hij had een rozenstruik bijgehouden die al op het landgoed groeide zolang als Emily het zich kon herinneren.

Ze kwam langs de vervallen kas en er kwamen flarden van een herinnering naar boven, van felrode tomaten die in potten groeiden, van haar moeder met een grote zonnehoed die een grijze gieter vasthield. Er hadden appel- en perenbomen achter de kas gestaan. Misschien zou Emily ze op een dag weer planten.

Ze liet de kapotte kassen achter zich en liep naar de schuur. Er zat een hangslot op de deur. Emily hield het verroeste hangslot in haar hand en probeerde zich iets over de schuur te herinneren. Maar er kwam niets. Net als de verstopte balzaal, was de schuur een geheim dat ze als kind nooit verkend had.

Ze liet het hangslot los, waarop het met een bonk tegen de deur viel en liep toen naar de andere kant om te kijken of er nog een ingang was. Het kleine, smerige raam was gebroken, maar de opening was niet groot genoeg voor haar. Toen zag ze iets wat slordig gerepareerd was; één van de planken was duidelijk gebroken of verrot en er was een dun stuk multiplex overheen gespijkerd. Een tijdelijke oplossing waar nooit meer iets mee gedaan was. Emily kon het haar vader hier gewoon zien doen, een hamer in zijn hand, bezig het gat af te dekken met multiplex, denkend dat hij het de volgende dag wel steviger zou komen doen. Maar dat had hij nooit gedaan. Vlak nadat hij de schade aan de schuur had verholpen, had hij besloten weg te gaan en nooit meer terug te komen.

Emily zuchtte diep, gefrustreerd door de inbreuk van een ingebeelde herinnering. Ze had genoeg echte problemen; ze hoefde haar fantasie niet te gebruiken voor nog meer pijn.

Emily moest er even moeite voor doen, maar ze kreeg het stuk multiplex relatief eenvoudig los en onthulde een groter gat dan ze verwacht had. Ze kwam er gemakkelijk doorheen en toen stond ze in de donkere schuur. Er hing een rare, muffe lucht die Emily niet kon plaatsen. Maar ze kon wel bedenken wat er om haar heen stond. De schuur was getransformeerd in een donkere kamer, waar foto’s ontwikkeld konden worden. Ze probeerde zich te herinneren of dit een hobby van haar vader was geweest, maar er kwam niets. Hij had graag foto’s gemaakt van de familie, dat wist ze nog wel, maar hij was nooit zo gepassioneerd geweest dat hij er een hele donkere kamer voor zou maken.

Emily liep naar de grote, lange tafel, waar verschillende bakken naast elkaar stonden. Ze had genoeg films gezien om te weten dat hier de vloeistoffen voor het ontwikkelen in gegoten werden. Er hing ook een waslijn boven de tafel, met de knijpers er nog aan, die gebruikt waren om de foto’s te laten drogen. Het voelde allemaal erg vreemd voor Emily.

Ze liep nog wat verder door de schuur, om te zien of er nog meer interessants te zien was. Eerst was er niet veel bijzonders. Gewoon flesjes met ontwikkelingsvloeistof, oude bussen voor filmrollen, lange lenzen, en kapotte camera’s. Toen vond ze een deur waar ook een hangslot op zat. Emily vroeg zich af waar deze naartoe leidde, en wat erachter zat. Ze zocht naar een sleutel, maar kon er geen vinden. Tijdens haar zoektocht vond ze een doos met fotoboeken, slordig opgestapeld. Ze pakte het eerste boek, blies het stof eraf en sloeg het open.

De eerste foto was zwart-wit, een close-up van een wijzerplaat van een klok. De volgende foto was ook zwart-wit, en toonde een gebroken raam met een spinnenweb. Emily sloeg iedere bladzijde om, en fronste naar de foto’s. Het leken haar geen professionele werken, meer alsof ze door een amateur waren genomen. Maar er zat een bepaalde melancholie achter die de gemoedstoestand van de fotograaf leek te onthullen. Terwijl ze de foto’s bekeek, voelde het steeds meer alsof ze in de geest van de fotograaf keek en minder naar de objecten die hij had gefotografeerd. Ze voelde zich bijna claustrofobisch door de foto’s, ook al was ze in een grote schuur en daarnaast voelde ze zich diep triest.

Opeens hoorde ze achter zich een geluid. Ze draaide zich snel om, haar hart klopte wild en ze liet het album vallen. Daar, bij het gat waardoor ze de schuur binnen was gekomen, stond een kleine terriër. Het was duidelijk een zwerfhond, met een vieze, slordige vacht en hij stond daar naar haar te staren, verbaasd om iemand op zijn terrein aan te treffen.

Daar komt die geur dus vandaan, dacht Emily. Ze vroeg zich af of Daniel iets wist van de zwerfhond en of hij hem eerder op het landgoed had gezien. Ze besloot hem er morgen naar te vragen tijdens het vervolg van de garageverkoop en ook over de ontdekking van de donkere kamer. Ze realiseerde zich dat ze blij was dat ze een reden had om met hem te praten.

 

“Het is goed,” zei ze hardop tegen de hond. “Ik ging net weg.”

Hij hield zijn kop schuin, alsof hij naar haar woorden luisterde. Ze raapte het fotoalbum op om het terug te leggen in de doos en zag toen dat er een foto uit was gevallen. Ze raapte hem op en zag dat het een foto was van een verjaardagsfeestje. Er zaten jonge kinderen om een tafel en er was een grote roze taart in de vorm van een kasteel. Plotseling realiseerde Emily zich waar ze naar keek: het was een foto van Charlotte’s verjaardag, haar vijfde verjaardag. Charlotte’s laatste verjaardag…

Emily voelde de tranen in haar ogen springen. Ze hield de foto stevig vast in haar trillende handen. Ze kon zich Charlotte’s laatste verjaardag niet echt herinneren en had ook niet veel herinneringen aan Charlotte zelf. Het was alsof haar leven in tweeën was gespleten. Het eerste gedeelte was haar leven toen Charlotte nog leefde, het tweede gedeelte was het leven na haar dood. Het leven waarin iedereen instortte, waarin het huwelijk van haar ouders eindelijk uit elkaar viel toen de druk van hun zwijgen te veel werd en de grote finale, toen haar vader ineens van de aardbodem verdween. Maar dat was allemaal gebeurd met Emily Jane, niet met Emily, niet met de vrouw die ze besloten had te worden, de persoon die ze gemaakt had uit de brokstukken. Terwijl ze naar deze foto keek, het bewijs van haar leven met Charlotte, voelde Emily zich dichter bij het kind dat ze had achtergelaten dan ooit.

De hond blafte en Emily keek snel op. “Oké,” zei ze, “Ik snap het al. Ik ga.”

Emily legde het fotoalbum niet terug in de doos, maar pakte het hele ding op. Toen zag ze dat de doos eronder ook vol zat met foto’s. Ze liep terug door de schuur en wurmde zich weer door het gat. Haar hoofd zat vol gedachten. De verstopte balzaal, de geheime donkere kamer, de afgesloten deur in de schuur, de doos vol foto’s… wat voor geheimen had dit oude huis nog meer?

HOOFDSTUK NEGEN

Terwijl ze zich terug het huis in haastte, haar armen vol fotoalbums, werd Emily zich bewust van hamer- en boorgeluiden die uit de balzaal kwamen. Dat betekende dat, hoe laat het ook was, Daniel nog steeds binnen was om fotolijsten en spiegels voor haar op te hangen. Hij bleef tot steeds later werken, soms zelfs tot middernacht. Emily begon de gedachte toe te laten dat hij het misschien deed om bij haar in de buurt te zijn, alsof hij wachtte op het moment dat ze hem een kopje thee zou brengen, alsof hij er net zo naar uitkeek als zij. Dat was vaak rond deze tijd in de avond, als ze klaar was met het organiseren en rommelen voor de dag. Ze ging dan even bij hem langs om bij te kletsen. Hij zou dit vanavond ook wel verwachten.

Maar ze was vanavond met haar hoofd ergens anders. Daniel opzoeken was zelfs het laatste wat ze wilde. Ze was zo geschrokken van de foto van Charlotte, van de ontdekking van de donkere kamer, dat ze zich alleen maar kon concentreren op wat ze nu wilde doen, op wat ze nu moest doen. Eindelijk.

Want er waren nog steeds kamers in het huis waar Emily nog niet was geweest, kamers die ze expres uit de weg was gegaan. Een daarvan was het kantoor van haar vader en daar ging ze nu heen. Ze woonde al maanden in het huis, maar de deur naar zijn kantoor was dicht gebleven. Ze had de ruimte niet willen verstoren. Of, wat waarschijnlijker was, ze had de geheimen die daar binnen waren niet naar buiten willen laten.

Maar nu had ze het gevoel dat er te lang te veel verborgen was gebleven. De mysteries in haar familie dreigden haar te verslinden. Ze had de stiltes en het niet weten haar geest laten overnemen. Niemand in haar familie had ooit ergens over gepraat. Niet over de dood van Charlotte, niet over hoe haar moeder daarna was ingestort, niet over de scheiding van haar ouders die ieder jaar dichterbij was gekomen. Ze waren lafaards en ze hadden hun wonden laten door-etteren in plaats van er iets aan te doen. Haar moeder, haar vader, ze waren allebei hetzelfde en er waren te veel dingen die ze niet hadden uitgesproken. Ze hadden de wonden laten rotten, totdat amputatie de enige uitweg was.

Amputatie, dacht Emily.

Dat was toch precies wat haar vader had gedaan? Hij had zichzelf losgesneden van zijn hele familie en was weggerend voor het probleem waar hij niet over kon praten. Hij had hen allemaal verlaten vanwege een of ander obstakel, een horde, waar hij dacht niet overheen te kunnen komen. Emily wilde het zich niet haar hele leven blijven afvragen. Ze wilde antwoorden. En ze wist dat ze die in dat kantoor zou vinden.

Ze dumpte de doos met foto’s op de trap en rende toen met twee treden tegelijk naar boven. De gedachten flitsten door haar hoofd terwijl ze doelgericht door de gang op de bovenverdieping beende. Toen ze bij de deur van het kantoor van haar vader aankwam, bleef ze staan. De deur was gemaakt van donker gelakt hout. Emily wist nog dat ze er als kind veel naar had gestaard. De deur had er toen imposant uitgezien, intimiderend bijna. Het was een deur geweest waardoor haar vader soms verdween alsof hij opgeslokt werd, om er dan pas uren later weer uit te komen. Ze mocht hem nooit storen en hoewel ze als kind nieuwsgierig was, was ze nooit ongehoorzaam geweest en naar binnen gegaan. Ze wist niet waarom ze niet naar binnen mocht. Ze wist niet waarom haar vader naar binnen verdween. Haar moeder vertelde haar niets en jaren later was ze een tiener; dus deed ze alsof ze helemaal geen interesse had in de kamer en wikkelde ze haar onbeantwoorde vragen in een deken van zwijgen.

Ze probeerde de deurknop en was verbaasd dat ze hem om kon draaien. Ze was ervan uitgegaan dat het kantoor op slot zou zitten, dat het haar niet zomaar zou binnenlaten. Dus het was een schok voor haar toen ze zich realiseerde dat ze de kamer waar ze nog nooit was geweest gewoon binnen kon lopen.

Ze twijfelde, bijna alsof ze verwachtte dat haar moeder zou verschijnen om haar een standje te geven. Maar er kwam natuurlijk niemand, dus Emily haalde diep adem en duwde de deur open. Hij zwaaide krakend open.

Emily keek naar een kamer vol schaduwen. Ze zag een groot bureau, archiefkasten en boekenplanken. Het kantoor van haar vader was netjes, niet zoals de rest van het huis. Hij had de kamer niet gevuld met spullen of kunst of foto’s, er lagen geen vloerkleden die niet bij elkaar pasten omdat hij niet had kunnen kiezen welke hij wilde. Deze kamer leek zelfs het minst in haar vaders stijl van alle kamers in het huis. De ongerijmdheid was onthutsend.

Emily liep naar binnen. De bekende geur van stof en schimmel hing in de lucht, dezelfde geur die in het hele huis aanwezig was geweest toen ze net was aangekomen. Er hingen spinnenwebben aan het plafond, tussen de lamp en de schaduw die deze wierp. Ze liep er voorzichtig langs, niet van plan om eventuele beestjes te verstoren.

Toen ze eenmaal binnen was, wist Emily niet zo goed waar ze moest beginnen. Ze wist zelfs niet eens waar ze precies naar op zoek was. Ze had gewoon het gevoel dat ze het zou weten zodra ze het zag, dat de mysteries van haar familie ergens in deze kamer verborgen lagen.

Ze ging naar de archiefkast en begon in de eerste la te rommelen, denkend dat dit een prima beginpunt was. Tussen de papieren van haar vader vond ze de juridische aktes voor het huis, het trouwcertificaat van haar ouders en scheidingspapieren van haar moeder. Ze vond een doktersrecept voor Zoloft, een antidepressivum. Ze was niet echt verrast dat haar vader medicatie nam; door de dood van een kind kon iedereen zwaar depressief worden. Er was niets wat de verdwijning van haar vader kon verklaren.

Toen ze de hele archiefkast had doorzocht en de papieren die ze vond goed had bekeken, ging Emily naar het bureau om in die lades te zoeken. De eerste die ze probeerde te openen zat op slot en Emily mompelde zacht a-ha. Ze stond op het punt om Daniel te roepen om te zien of hij wat met het slot kon rommelen en de lade voor haar open kon krijgen, toen een kleine kluis in de hoek van de kamer haar aandacht trok. Opeens voelde Emily dat wat er ook in die kluis zat, antwoord zou kunnen geven op elke brandende vraag die ze had.

Ze liep weg bij het bureau, haastte zich naar de kluis en knielde bij het donkergroene verstevigde ijzer. Ze zag dat het vastzat met een hangslot, waar een code voor gebruikt moest worden in plaats van een sleutel. Emily draaide met trillende vingers aan de knop, en probeerde eerst de verjaardag van haar vader. Maar het was niet de goede code en het hangslot ging niet open. Toen zei een klein stemmetje in haar hoofd dat de verjaardag van Charlotte zeker de juiste code zou zijn om het slot te openen. Charlotte was dan ook het favoriete kind van haar vader geweest. Maar toen ze de nummers probeerde, kwam ze erachter dat deze ook niet goed waren. Als een laatste poging, probeerde Emily haar eigen verjaardag. Toen ze op het hangslot drukte, was ze zeer verrast dat het open sprong.

Emily staarde er stomverbaasd naar. Ze had zichzelf er altijd de schuld van gegeven dat haar vader weg was gegaan, zoals ieder kind onvermijdelijk doet als een ouder bij ze weggaat, omdat ze had gedacht dat ze niet genoeg op Charlotte leek, dat Charlotte het favoriete kind van haar vader was geweest en dat het feit dat hij haar had verloren zijn eerste grote verdriet was geweest, en het feit dat Emily als vervanger niet goed genoeg was het tweede. En die foto’s van Charlotte die ze in het huis had gevonden, de manier waarop ze letterlijk uit alle hoeken en gaten waren gevallen alsof ze er helemaal één mee waren geworden, hadden dit gevoel alleen maar bevestigd. Maar nu werd Emily opeens geconfronteerd met een nieuwe realiteit. Haar verjaardag was de code die nodig was om de kluis te openen. Haar vader had deze code uitgekozen. Was het omdat alleen zij mocht zien wat erin zat? Of omdat hij net zoveel van haar had gehouden als van Charlotte?

Emily’s hand trilde terwijl ze het hangslot weghaalde. Toen trok ze aan de deur. Hij ging piepend open.

Emily reikte met haar hand in het onbekende en voelde in het rond. Ze voelde een soort stof, velours, en trok het naar buiten. Ze keek naar beneden en zag in haar hand een zware, donkerrode buidel met een nog donkerder lint eromheen. Emily fronste. Ze maakte het lint los en gooide de buidel leeg. Een stroom parels viel in haar hand, verbonden door een dun wit draad. Emily herkende de ketting meteen. Vele jaren geleden, toen zij en Charlotte een van hun toneelstukken over piraten voor hun ouders hadden opgevoerd, had ze de rol van ontvoerde prinses gespeeld. Ze had de parelketting gedragen en toen haar vader dat had gezien, was hij heel boos geworden en had hij geëist dat ze hem afdeed. Emily had gehuild en haar moeder had tegen haar vader geschreeuwd omdat hij zo overdreef. De ketting was voorgoed verdwenen.

Pas een paar dagen later was hij genoeg gekalmeerd om uit te leggen dat de ketting van zijn moeder was geweest. Pas jaren later begreep ze waarom het sieraad zo’n sentimentele waarde voor hem had; het was het enige object dat zijn moeder niet had hoeven verpanden om voor zijn opleiding te betalen. Ze hadden nooit meer over de ketting gesproken en Emily had deze nooit meer gezien, al had ze er wel vaak aan gedacht.

Nu staarde Emily naar de ketting in haar hand. Ze voelde zich teleurgesteld. Een parelketting kon de geheimen van haar familie niet verklappen en niet verklaren waarom haar vader verdwenen was. En ze voelde zich een beetje beledigd, dat haar vader had gedacht dat de enige manier om zijn meest kostbare bezit bij een vijfjarige met plakkerige vingers weg te houden, een kluis was geweest. Maar misschien was de ketting iets waard en had hij hem hier verstopt om te zorgen dat zijn moeder hem niet zou verpanden na zijn vertrek? Want misschien was hij van plan hem ooit te komen halen? Of misschien wilde hij er zeker van zijn dat Emily hem in handen zou krijgen, alsof het een soort verontschuldiging was tegenover de vijf jaar oude Emily? Misschien was het wel een aanwijzing geweest dat haar verjaardag de code voor het hangslot was. Ze kon het gewoon niet zeker weten, zonder uitleg van haar vader.

Emily’s vingers speelden met de parels. Ze voelde zich een verwend kind omdat ze teleurgesteld was geweest. Als haar vader de parels speciaal voor haar had verstopt, hoorde ze dankbaar te zijn. Ze was er alleen zo zeker van geweest dat de kluis de informatie zou bevatten die ze zo nodig had. Dat ze het laatste stukje van de puzzel zou vinden.

Ze zuchtte en wilde net de deur van de kluis weer dicht doen, toen ze nog iets zag, verstopt in de schaduwen achterin. Ze reikte naar binnen en pakte het vast. Ze keek naar beneden en zag een sleutelhanger vol sleutels in haar handpalm liggen.

 

Emily staarde naar de sleutelbos en haar hart ging tekeer door de ontdekking. Waarom zou haar vader zijn sleutels in een kluis hebben bewaard? Had hij zulke erge geheimen dat hij de sleutels achter slot en grendel moest bewaren?

Er waren minstens twintig sleutels. Emily bekeek elke sleutel en vroeg zich af waar de deuren waren waar ze op pasten. Toen herinnerde ze zich de lade in het bureau, de lade die op slot had gezeten toen ze erin wilde kijken. Ze haastte zich naar de lade en probeerde iedere sleutel, totdat er een in het slot gleed. Toen hoorde ze plotseling een klik.

Dat was het. Het was haar gelukt. Ze had eindelijk gevonden wat haar vader zo lang zo goed voor zijn familie verborgen had gehouden.

Ze keek in de lade. Er zat één ding in: een witte envelop. Emily herkende het nette handschrift meteen als dat van haar vader en er stond één woord geschreven in vervaagde blauwe inkt.

Emily.

Het voelde alsof er ijs door Emily’s lichaam bewoog toen ze zich realiseerde dat haar vader een brief voor haar had geschreven die hij nooit aan haar gegeven had. Dat hij de brief verstopt had in een lade en de sleutel in een kluis. Emily had sterk het gevoel dat wat er in die brief stond, alles zou veranderen.

Maar voor Emily de envelop kon openen, werd er aangebeld. Ze sprong op een slaakte een gilletje. Het was bijna middernacht. Wie zou dat zo laat nog kunnen zijn?

*

Emily stopte de brief in haar zak en sprong op, haastte zich door de gang. Boven aan de trap zag ze dat Daniel eerst bij de deur was aangekomen. De deur stond open en op de drempel stond een kleine, dikbuikige man, in een outfit die eruitzag alsof hij net was wezen golfen.

“Hey ho,” zei hij tegen Daniel, zijn stem hoorbaar waar Emily stond. “Sorry dat ik zo laat nog stoor. Ik ben Trevor Mann, uw buurman. Ik bezit de honderd hectare hierachter en ben hier net aangekomen voor het seizoen.”

Hij reikte Daniel de hand. Daniel staarde er alleen maar naar. “Dit is mijn huis niet,” zei hij. “Mijn hand zou de verkeerde zijn om te schudden.”

Emily voelde een lachje rond haar lippen terwijl Daniel zich naar haar toe keerde en gebaarde naar waar zij boven aan de trap stond. Ze kwam naar beneden en pakte de hand van meneer Mann en schudde deze stevig om hem te laten weten wie er de baas was.

“Ik ben Emily Mitchell. Leuk om u te ontmoeten.”

“Ah,” zei Trevor, nog net zo vriendelijk. “Het spijt me voor de vergissing. Ik zal u niet lang ophouden, ik weet dat het laat is. Ik wilde u alleen laten weten dat ik een oogje heb op uw land, en dat ik hoop het tegen het eind van de zomer van u over te nemen.”

Emily knipperde met haar ogen, verward door zijn woorden. “Het spijt me, wat?”

“Uw land. Ik heb er al zo’n twintig jaar interesse in. Ik weet dat ik al honderd hectare heb, en u maar vijf, maar u heeft uitzicht op de oceaan, wat betekent dat u een van de laatste eersteklas percelen aan het water heeft. Ik denk dat het mijn perceel echt compleet zal maken als ik het koop. U kunt nu goed geld verdienen.”

“Ik begrijp het niet,” zei Emily.

“Oh nee? Spreek ik soms nog steeds Frans?” Hij lachte hard, alsof hij de grappigste opmerking had gemaakt. “Ik wil uw grond kopen, mevrouw Mitchell. Ziet u, er zijn een hoop obstakels geweest, omdat de eigenaar nergens te vinden was. Maar ik zag licht en ik heb wat rondgevraagd. Karen van de buurtwinkel kon me vertellen dat er weer iemand woonde.”

Emily en Daniel keken elkaar even verbaasd aan.

“Maar het is niet te koop,” zei Emily, haar verbazing hoorbaar in haar stem. “Dit huis is van mijn vader. Ik heb het geërfd.”

“O ja?” zei Trevor, zijn toon nog steeds vriendelijk op een manier die niet paste bij de woorden die hij zei. “Roy Mitchell is toch niet dood, of wel?”

“Nou, nee, ik weet het niet, hij is…” stotterde Emily. “Het is gecompliceerd.”

“Hij is vermist, heb ik begrepen,” zei Trevor. “Wat betekent dat het huis zich een beetje in het wettelijke ongewisse bevindt. Er zijn al jaren geen achterstallige belastingen betaald. Er komt een hoop bureaucratie bij kijken.” Hij grinnikte. “Aan uw gezicht te zien, wist u dat niet.”

Emily schudde haar hoofd, verward en gefrustreerd door de manier waarop Trevor haar leven binnendrong en nog wel deze nacht, terwijl ze de gesloten envelop van haar vader in haar achterzak had. “Luister, de grond is niet te koop. Dit was het huis van mijn vader en ik heb alle recht hier te zijn.”

“Eigenlijk,” zei Trevor, “heeft u dat niet. Ik was vergeten te vertellen dat ik bij het comité van ruimtelijke ordening zit. Karen en ik en een groot aantal andere mensen die u niet zagen zitten toen u hier kwam. Ik heb de taak op me genomen, als uw buurman, om u te laten weten dat het huis door alle achterstallige betalingen technisch gezien van de stad is. Het is daardoor jaren geleden al onbewoonbaar verklaard, dus als u hier wilt wonen, heeft u een nieuwe bewonersverklaring nodig. Het is illegaal om hier nu te wonen, begrijpt u dit?”

Ze fronste. Emily was erachter gekomen dat er bij iedere stap in haar leven mensen waren die haar aan de grond wilden houden, die haar vertelden wat ze niet kon doen. Of het nu werkgevers waren, of vriendjes, of onbeschofte buren, ze waren allemaal hetzelfde. Ze wilden allemaal de baas over haar spelen en zorgen dat ze haar dromen niet waar zou maken. Ze wilden haar klein houden.

Maar ze was klaar met dit soort autoriteiten in haar leven. “Dat kan wel zijn,” antwoordde ze eindelijk, “maar dat maakt het huis van mijn vader nog steeds niet van jou, of wel?” Haar glimlach was ook breed en van staal, en net als zijn gezichtsuitdrukking paste die van haar niet bij het gif in haar stem.

De glimlach verdween eindelijk van zijn gezicht.

“Onze stad kan uw huis in beslag nemen en veilen,” hield hij vol. “Dan kan ik het kopen.”

“En waarom doe je dat dan niet?” blufte ze.

Hij fronste nog dieper.

“Wettelijk,” zei hij terwijl hij zijn keel schraapte, “zou het veel makkelijker zijn het gewoon van u te kopen. Zo’n juridische zaak zou jaren kunnen duren. En zoals ik al zei, het is een grijs gebied. Zoiets is in onze stad nog nooit gebeurd.”

“Jammer voor jou, dan,” antwoordde ze.

Hij staarde terug, zonder iets te zeggen. Emily was trots op zichzelf omdat ze voor zichzelf was opgekomen tegenover een autoriteitsfiguur.

Trevor glimlachte flauwtjes. “Ik zal u wat tijd geven om erover na te denken. Maar eigenlijk weet ik niet zeker waar u over na zou moeten denken. Ik bedoel, wat moet u met dit huis? Als het niet meer zo nieuw is, zult u weggaan. In de zomer terugkomen. Twee keer per jaar. Wilt u me vertellen dat u hier het hele jaar gaat verblijven? En wat gaat u dan doen? Wees realistisch. In de herfst zult u vertrekken, net als alle anderen. Of het geld raakt op.” Hij haalde zijn schouders op en lachte weer, alsof hij niet net haar en haar bestaan had bedreigd. “Het beste wat u kunt doen is de grond aan mij verkopen, zolang mijn aanbod nog staat. Waarom maakt u het leven niet makkelijker voor ons beiden, door uw pand aan mij te verkopen?” drong hij aan. “Voor ik de politie bel om u eruit te zetten?” Hij keek naar Daniel. “En uw vriend ook,” voegde hij eraan toe.

Daniels ogen smeulden.

Emily hield vol.

“Waarom maak jij niet dat je weg komt,” zei ze, “terug naar je honderd hectare zonder uitzicht, voor ik de politie bel om je op te pakken als een indringer?”

Hier schrok hij duidelijk van en ze was nog nooit zo trots op zichzelf geweest als op dat moment.

Inne książki tego autora