Za darmo

Voor Nu en Voor Altijd

Tekst
0
Recenzje
Oznacz jako przeczytane
Voor nu en voor altijd
Voor nu en voor altijd
Darmowy audiobook
Czyta Rachel Mungra
Szczegóły
Czcionka:Mniejsze АаWiększe Aa

“Waarom?” zei Daniel, met een diepe fronslijn in zijn voorhoofd.

“Waarom?” snauwde Emily terug. “Omdat het mijn leven is en ik alle recht heb om hier te zijn.”

Daniel fronste, opeens verward. “Nee, ik bedoel, waarom doe je dit? Waarom doe je al die moeite om het huis op te knappen?”

Emily had niet echt een antwoord, of in ieder geval, geen antwoord waar Daniel tevreden mee zou zijn. Hij zag haar alleen maar als een toerist, iemand die even naar het dorp kwam, vanuit de grote stad, er een zooitje van maakte en dan snel terug zou gaan naar haar oude leven. Het idee dat ze misschien wel genoot van een simpeler leven, dat ze een goede reden had om de stad te verlaten, was duidelijk meer dan hij kon begrijpen.

“Kijk,” zei Emily geërgerd, “ik zei dat ik je zou betalen om te helpen. Je hoeft alleen maar meubels te verplaatsen, misschien een beetje te schilderen. Ik vraag het alleen maar omdat het meer is dan ik in mijn eentje aankan. Dus doe je mee of niet?”

Hij lachte.

“Ik doe mee,” antwoordde Daniel. “Maar ik neem je geld niet aan. Ik doe het voor het huis.”

“Omdat je bang bent dat ik het af zal breken?” antwoordde Emily, en ze trok een wenkbrauw op.

Daniel schudde zijn hoofd. “Nee. Omdat ik van dat huis hou.”

Dat hadden ze ten minste gemeen, dacht Emily wrang.

“Maar als ik dit doe, moet je weten dat het alleen maar een werkrelatie is,” zei hij. “Puur zakelijk. Ik ben niet op zoek naar meer vrienden.”

Ze was stomverbaasd en geïrriteerd door zijn antwoord.

“Ik ook niet,” snauwde ze. “En dat stelde ik ook niet voor.”

Zijn lach werd nog breder.

“Mooi,” zei hij.

Daniel bood haar zijn hand aan.

Emily fronste, niet zeker wat ze zichzelf op de hals haalde. En toen schudde zij zijn hand.

“Puur zakelijk,” stemde ze toe.

HOOFDSTUK ZEVEN

“Het eerste wat we moeten doen,” zei Daniel, terwijl hij haar over het pad volgde, “is het multiplex van de ramen vandaan halen.” Hij droeg zijn kleine gereedschapskist bij zich en zwaaide ermee terwijl hij liep.

“Ik wilde eigenlijk gewoon alle meubels eruit halen,” antwoordde Emily, gefrustreerd dat Daniel nu al de baas begon te spelen.

“Je wilt de hele dag in kunstmatig licht zitten terwijl de zon eindelijk tevoorschijn begint te komen?” vroeg Daniel. Maar het was niet zo zeer een vraag als een verklaring en de achterliggende gedachte was dat het idioot was dat ze er zo over dacht. Zijn woorden deden Emily een beetje aan haar vader denken, aan hoe hij wilde dat ze naar buiten ging om van de zon te genieten, in plaats van de hele dag voor de tv te zitten. Het was niet gemakkelijk om toe te geven, maar Daniel had wel een punt.

“Prima,” stemde ze toe.

Emily herinnerde zich hoe ze bij haar eerste poging om het multiplex weg te halen het raam had gebroken en bijna haar nek, en ze was met tegenzin opgelucht dat Daniel haar ging helpen.

“Laten we in de woonkamer beginnen,” zei ze, in een poging om weer enige controle over de situatie te krijgen. “Daar ben ik meestal.”

“Tuurlijk.”

Er was niets meer te zeggen nu het gesprek helemaal uitgeblust was door Daniel, dus liepen ze in stilte verder naar het huis, door de gang en de woonkamer in. Daniel zette snel zijn gereedschapskist neer en zocht naar zijn hamer.

“Hou de plank zo vast,” zei hij, en hij liet haar zien hoe ze het gewicht moest ondersteunen. Toen ze goed stond, begon hij de spijkers er met zijn hamer uit te halen. “Wow, de spijkers zijn helemaal verroest.”

Emily keek toe hoe een spijker met een bonk op de grond viel. “Gaat dit de vloer beschadigen?”

“Nee,” antwoordde Daniel, die zich helemaal op zijn taak concentreerde. “Maar als we hier wat natuurlijk licht binnen krijgen zullen we zien wat de schade aan de vloer nu al is.”

Emily kreunde. Ze had het onderhoud aan de vloer nog niet meegerekend in haar budget. Misschien zou ze Daniel kunnen overhalen dit ook te doen?

Daniel haalde de laatste spijker eruit en Emily voelde het gewicht van het multiplex tegen haar lichaam aan vallen.

“Heb je hem?” vroeg hij, en hij hield de plank nog tegen het kozijn met een hand, om nog zo veel mogelijk gewicht voor haar op te vangen.

“Ik heb hem,” antwoordde ze.

Hij liet los en Emily wankelde terug. Misschien wilde ze niet weer falen waar Daniel bij was of misschien was het iets anders, maar Emily liet de plank niet vallen, stootte hem nergens tegenaan, en zette zichzelf ook niet op een andere manier voor paal. Ze liet het voorzichtig op de vloer zakken, ging rechtop staan en klapte in haar handen.

De eerste lichtstraal kwam door het raam naar binnen en Emily haalde diep adem van verwondering. De kamer zag er mooi uit in het zonlicht. Daniel had gelijk; in het kunstmatige licht zitten in plaats van in het daglicht zou een schande geweest zijn. Met de ramen beginnen was een geweldig idee.

Emily en Daniel waren helemaal enthousiast geworden door hun succes en ze deden de hele benedenverdieping. Ze haalden de planken raam na raam weg en lieten het natuurlijke licht het huis vullen. In de meeste kamers waren de ramen enorme dingen die van vloer tot plafond reikten, duidelijk speciaal voor het huis gemaakt. Op sommige plaatsen waren de kozijnen verrot of beschadigd door insecten. Emily wist dat het veel geld zou kosten om speciaal gemaakte kozijnen te vervangen en ze probeerde er niet aan te denken.

“Laten we de ramen in de balzaal doen voor we naar boven gaan,” zei Emily. De ramen in het hoofdgedeelte van het huis waren al mooi, maar iets zei haar dat de ramen in het verlaten gedeelte nog mooier zouden zijn.

“Er is een balzaal?” vroeg Daniel, terwijl ze hem voorging de eetkamer in.

“Uh-huh,” antwoordde ze. “Hier is het.”

Ze trok het gordijn weg en onthulde de deur erachter, genietend van de gezichtsuitdrukking van Daniel. Hij was normaal zo stoïcijns, zo moeilijk om hoogte van te krijgen, dat ze het wel leuk moest vinden om hem zo verrast te hebben. Ze deed de deur open en scheen met een zaklantaarn de kamer in, om een licht te schijnen op hoe enorm het allemaal was.

“Wow,” bracht Daniel uit, bukte zodat hij zijn hoofd niet zou stoten aan het bovenkozijn en staarde met grote ogen naar de kamer. “Ik wist niet eens dat dit deel van het huis bestond.”

“Ik ook niet,” zei Emily, met een grote lach, blij om dit geheim met iemand te kunnen delen. “Ik kan bijna niet geloven dat het hier al die jaren verstopt heeft gezeten.”

“Het werd helemaal nooit gebruikt?” vroeg Daniel.

Ze schudde haar hoofd. “Niet dat ik weet. Maar iemand heeft het vroeger gebruikt.” Ze scheen met haar zaklamp op de hoop meubels in het midden van de kamer. “Als een stortplaats.”

“Wat zonde,” zei Daniel. Voor het eerst sinds Emily hem had ontmoet, leek hij een echte emotie te tonen. De aanblik van de geheime kamer was net zo’n verrassing voor hem als het voor haar was geweest.

Ze stapten naar binnen, en Emily keek toe hoe Daniel rondliep, net zoals zij zelf had gedaan toen ze de ruimte ontdekt had.

“En je wilt dit allemaal weggooien?” zei Daniel over zijn schouder, terwijl hij de meubels vol stof bekeek. “Ik denk dat sommige dingen antiek zijn. Dure spullen.”

De ironie van een kamer gevuld met antiek verstopt in het huis van een antiek-fanaat ging niet aan Emily voorbij. Ze vroeg zich af of haar vader van deze kamer had geweten. Had hij het helemaal vol gezet met meubels? Of was het al zo geweest toen hij het huis kocht? Het was gewoon niet logisch.

“Ik denk het wel,” antwoordde ze. “Maar ik zou niet eens weten waar ik moet beginnen. Je ziet vast wel wat ik bedoelde toen ik het had over grote items die ik in mijn eentje niet kan verplaatsen. Hoe zou ik het allemaal moeten verkopen? Hoe zou ik dealers vinden?” Dat was de wereld van haar vader, een wereld die ze nooit echt had begrepen en waar ze nooit echt interesse in had gehad.

“Nou,” zei Daniel, terwijl hij de grote klok bekeek. “Je hebt nu internet, toch? Je kunt een beetje onderzoek doen. Het zou zonde zijn om het gewoon allemaal weg te gooien.”

Emily dacht na over zijn woorden en concentreerde zich op een specifiek detail. “Hoe wist je dat ik internet had?”

Daniel haalde zijn schouders op. “Ik zag de truck.”

“Ik wist niet dat je me zo goed in de gaten hield,” antwoordde Emily met geveinsde argwaan.

“Zo interessant ben je niet,” was het droge antwoord van Daniel, maar Emily zag het wrange lachje zijn gezicht. “Dan moeten we dit alles maar aan de kant zetten,” onderbrak hij haar gedachtegang.

“Ja, goed plan,” antwoordde ze, toen ze weer met beide benen op de grond stond.

Daniel en Emily gingen aan de slag met het multiplex voor de ramen. Maar anders dan bij de ramen in het hoofdgedeelte van het huis, zagen ze dat het raam erachter gemaakt was van Tiffany-glas.

“Wow!” riep Emily, helemaal overdonderd terwijl de kamer zich vulde met verschillende kleuren. “Dit is fantastisch!”

Het was alsof ze een droomwereld ingestapt was. De kamer was opeens vol roze, groen, blauw, door het daglicht dat door het raam viel.

“Ik weet zeker dat als mijn vader van deze ramen geweten had, hij dit gedeelte van het huis had geopend,” voegde Emily toe. “Deze ramen zijn de droom van iedere antiekverzamelaar.”

“Ze zijn best geweldig,” zei Daniel. Hij bekeek de ramen met een praktische blik en bewonderde de complexe constructie en de manier waarop het glas samen kwam.

Emily had zin om te dansen. Het licht dat door het raam kwam was zo mooi, zo adembenemend, dat ze zich er zorgeloos door voelde, alsof ze gemaakt was van lucht. Als het al zo mooi was met de winterzon, kon ze zich niet eens voorstellen hoe fantastisch deze kamer eruit zou zien met de heldere zomerzon op de ramen.

 

“We moeten maar even een pauze nemen,” zei Emily. Ze waren al uren aan het werk, en dit leek een goed moment om even te stoppen. “Ik kan wat eten voor ons maken.”

“Als een soort date?” zei Daniel. Hij schudde schertsend zijn hoofd. “Niet lullig bedoeld, maar je bent m’n type niet.”

“O?” zei Emily, en ze grapte met hem mee. “En wat is je type dan wel?”

Maar Emily kreeg niet de kans om het antwoord van Daniel te horen. Er was iets vanuit het kozijn naar beneden komen dwarrelen, vanaf een plek waar het waarschijnlijk al jaren had gezeten en het trok haar aandacht. Al het gelach en de grapjes van een moment eerder waren verdwenen, vervaagden om haar heen en al haar aandacht was gericht op het vierkante stukje papier op de grond. Een foto.

Emily raapte het op: het was verouderd, met schimmel op de achterkant, maar de foto zelf was niet heel oud. Het was een kleurenfoto, al waren de kleuren door de jaren heen vervaagd. Emily kreeg een brok in haar keel toen ze zich realiseerde dat ze een foto van Charlotte in haar hand had.

“Emily? Wat is er?” zei Daniel, maar ze kon hem bijna niet horen. De adem was haar benomen door de plotselinge aanblik van Charlotte’s gezicht, een gezicht dat ze al meer dan twintig jaar niet had gezien. Emily kon het niet helpen; ze begon te huilen.

“Het is mijn zusje,” bracht ze uit.

Daniel keek over haar schouder naar de foto in haar trillende vingers.

“Hier,” zei hij, opeens teder. “Ik pak dit wel even.”

Hij pakte de foto en leidde haar toen de kamer uit, een arm om haar schouders. Emily liet zich naar de woonkamer leiden, te geschokt om te protesteren. De schok van Charlotte’s gezicht had haar gehypnotiseerd.

Emily, nog steeds huilend, keek weg van Daniel.

“Ik… ik denk dat je misschien beter kunt gaan.”

“Oké,” zei Daniel. “Als je het maar alleen redt.”

Ze stond op van de kruk en knikte met haar hoofd naar de deur, om aan te geven dat Daniel kon gaan. Hij keek haar voorzichtig aan, alsof hij afwoog of het veilig was om haar zo achter te laten, maar uiteindelijk verzamelde hij zijn gereedschap en liep hij naar de deur.

“Als je iets nodig hebt,” zei hij op de drempel, “hoef je het alleen maar te laten weten.”

Ze kon niets uitbrengen, kon alleen maar de deur achter Daniel dichtdoen en daarna draaide ze zich om met haar rug tegen de deur aan. Ze voelde zichzelf in- en uitademen met heftige en trillende ademstoten. Ze zeeg neer op haar knieën, voelde duisternis in zich omhoogkomen, en ze wilde gaan liggen en sterven.

*

Het schelle geluid van haar mobiele telefoon haalde haar uit het verschrikkelijke gevoel van verstikking. Emily keek om zich heen, niet zeker hoelang ze opgekruld op de vloer had gelegen.

Ze keek op van waar ze lag en zag dat haar telefoon op het kleine tafeltje bij de deur lag te knipperen en vibreren. Ze stond op en was verbaasd om Bens naam op te zien lichten. Ze staarde even naar de telefoon, keek hoe het knipperde, keek hoe zijn naam het scherm vulde, net als het al duizend keer had gedaan. Het was zo normaal, die drie kleine letters, BEN, maar opeens zo vreemd en zo verkeerd in dit huis, op dit moment, nadat ze Charlotte’s gezicht had gezien en de hele dag met Daniel had doorgebracht.

Emily reikte eindelijk naar haar telefoon en weigerde de oproep.

Het scherm was maar even zwart en toen begon het weer te knipperen. Dit keer was het niet de naam van Ben, maar van Amy.

Emily greep de telefoon, opgelucht dat ze een hulplijn had.

“Amy,” bracht ze uit. “Ik ben zo blij dat je belt.”

“Je weet niet eens wat ik te zeggen heb,” grapte haar vriendin.

“Dat maakt me niets uit. Ik vind het ook goed als je het telefoonboek wilt voorlezen. Ik ben gewoon blij dat ik je stem hoor.”

“Nou,” zei Amy, “Ik heb je eigenlijk wel iets leuks te vertellen.”

“O ja?”

“Ja. Weet je nog dat we het altijd hadden over wonen in die omgebouwde kerk in de Lower East Side en hoe geweldig dat zou zijn?”

“Uh-huh,” zei Emily, niet wetend waar dit naartoe ging.

“Nou,” zei Amy, op een toon die aangaf dat ze iets groots ging onthullen, “dat kunnen we dus echt! Het gedeelte met twee bedden wordt nu aangeboden om te huren en we kunnen het echt betalen.”

Emily viel even stil en liet de informatie op zich inwerken. Toen Amy en Emily studenten waren in New York, hadden ze een hele fantasie gecreëerd dat ze in de omgebouwde kerk gingen wonen, omringd door alle geweldige uitgaansgelegenheden van de Lower East Side. Maar ze waren toen twintigers geweest. Dat was Emily’s droom niet meer. Ze was verder gegaan met haar leven.

“Maar ik ben hier gelukkig,” zei Emily. “Ik wil niet terug naar New York.”

Er was een lange stilte aan de andere kant van de lijn. “Nooit meer, bedoel je?” zei Amy uiteindelijk.

“Ik bedoel, voor ten minste zes maanden. Tot ik geen spaargeld meer heb. Dan zal ik iets anders moeten regelen.”

“Wat, zoals weer op mijn bank komen slapen?” Er zat nu iets vijandigs in de toon van Amy.

“Het spijt me, Amy,” zei Emily, met een leeggelopen gevoel. “Het is gewoon niet meer wat ik wil.”

Ze hoorde haar vriendin zuchten. “Je gaat daar echt blijven?” zei ze uiteindelijk. “In Maine? In een eng oud huis? Alleen?”

Emily realiseerde zich toen hoe graag ze wilde blijven, hoe goed ze zich erbij voelde. En het hardop tegen Amy zeggen maakte het nog echter.

Ze haalde diep adem, voelde zich voor het eerst in jaren zelfverzekerd en geaard. Toen zei ze simpelweg, “Ja, dat ga ik doen.”

Drie maanden later

HOOFDSTUK ACHT

De lentezon kwam naar binnen door een spleet in Emily’s gordijn en kuste haar zachtjes wakker. De lange, rustige ochtenden waren iets waar Emily iedere dag meer van ging genieten. Ze was gaan houden van de stille rust van Sunset Harbor.

Emily bewoog zich onder de dekens en deed langzaam haar ogen open. De slaapkamer die ooit van haar ouders was geweest, was nu helemaal van haar. Het was de eerste kamer geweest die ze had opgeknapt en vernieuwd. De oude deken, aangevreten door motten, was weg en in plaats daarvan lag ze onder een mooie geruite deken van zijde. Het mooie, crèmekleurige vloerkleed voelde zacht en donzig onder haar voeten toen ze uit bed stapte en een hoek van het hemelbed gebruikte om te gaan staan. De muren roken nog naar nieuwe verf en ze ging naar de opgeknapte kledingkast om er een gebloemde lentejurk uit te halen. De lades zaten helemaal vol met kleding en er zat weer structuur in haar leven.

Emily bewonderde haar spiegelbeeld in de grote spiegel, die ze had opgeknapt en schoon had gemaakt. Toen deed ze de gordijnen helemaal open. Ze genoot ervan dat de lente in vele kleuren naar Sunset Harbor was gekomen; azalea’s, magnolia’s en narcissen stonden in bloei in de tuin, de bomen aan de grenzen van haar landgoed hadden mooie groene bladeren gekregen en het stukje oceaan dat ze vanuit haar raam kon zien fonkelde. Ze deed het raam open en ademde diep in. Ze proefde het zout in de lucht.

Terwijl ze uit het raam leunde, werd ze een beweging gewaar in haar ooghoeken. Ze draaide haar hoofd om beter te kunnen zien. Het was Daniel, die een van de bloembedden verzorgde. Hij was volledig geconcentreerd op zijn taak, een gewoonte die Emily de laatste drie maanden bij hem was gaan herkennen, terwijl ze samen aan het huis werkten. Als Daniel ergens aan begon, ging hij er volledig in op en hij stopte niet voordat hij klaar was. Het was een van de kwaliteiten waar Emily respect voor had, al voelde ze zich soms buitengesloten. Ze hadden tijdens de laatste paar maanden vaak samengewerkt en soms een hele dag geen woord tegen elkaar gesproken. Emily kon er niet achter komen wat er in Daniels hoofd omging; het was onmogelijk om hoogte van hem te krijgen. Het enige teken dat ze gehad had dat ze hem niet met afkeer vervulde, was dat hij iedere dag terugkwam en haar verzoeken opvolgde om meubels te verplaatsen, vloeren te bezanden, hout te lakken en banken opnieuw te bekleden. Hij wilde nog steeds geen geld aannemen, en Emily vroeg zich af hoe hij kon leven als hij hele dagen gratis met haar kon werken.

Emily draaide weg van het raam en liep haar kamer uit. De gang van de bovenverdieping was nu netjes en georganiseerd. Ze had de stoffige fotolijsten van de muur gehaald en vervangen door een reeks foto’s van de Britse fotograaf Eadweard Muybridge, die in zijn foto’s beweging wilde vastleggen. Ze had gekozen voor de reeks van dansende vrouwen, omdat zij deze foto’s heel mooi vond. Het moment van vluchtigheid, de beweging, het was als poëzie voor haar ogen. Het bevlekte behang was ook weggehaald en Emily had de gang mooi wit geschilderd.

Emily liep naar beneden en voelde zich steeds meer thuis. De jaren dat ze een indringer was geweest in Bens leven leken nu heel ver achter haar te liggen. Emily had het gevoel dat ze hier altijd had moeten zijn.

Haar telefoon lag op zijn vaste plek, op de tafel bij de deur. Het voelde alsof ze eindelijk een routine had: rustig wakker worden, aankleden, op haar telefoon kijken. Nu de lente er was, had ze een nieuw stukje aan haar routine toegevoegd, namelijk het plaatsje in gaan voor koffie en ontbijt en dan naar de vlooienmarkt, om te kijken of er iets voor haar huis bij zat. Het was vandaag zaterdag, dus zou ze in meer winkels kunnen kijken en ze was van plan vandaag meer meubels te vinden.

Emily stuurde snel een berichtje naar Amy, greep toen haar autosleutels en ging naar buiten. Terwijl ze door de tuin liep zocht ze naar Daniel, maar ze zag hem niet. Zijn aanwezigheid had haar de afgelopen drie maanden een gevoel van stabiliteit gegeven. Soms had Emily het gevoel dat hij altijd slechts een armlengte bij haar vandaan was.

Emily ging in haar auto zitten die ze eindelijk had laten repareren en ze reed het korte stukje naar de stad. Onderweg kwam ze langs een witte koets, getrokken door paarden. Ponyritten hoorden bij de toeristische attracties van Sunset Harbor en ze wist nog dat ze zelf als kind in de koetsen had gezeten. Hun aanwezigheid was een indicatie dat het stadje eindelijk wakker werd uit zijn lange winterslaap. Tijdens het rijden merkte ze op dat er een nieuw cafetaria aan de hoofdweg zat. Iets verderop ging de bar/komedieclub steeds langer open. Ze had nog nooit een plek voor haar ogen zo’n transformatie zien ondergaan. Al dit nieuwe gedoe herinnerde haar steeds vaker aan haar zomervakanties als kind, meer dan ooit tevoren.

Emily parkeerde op een kleine parkeerplaats bij de haven. Er kwamen daar nu steeds meer boten te liggen, en hun masten deinden omhoog en omlaag met het zachte getij. Emily keek naar de boten met een vernieuwde rust. Het voelde echt alsof haar leven net begon. Voor het eerst in lange tijd zag ze een toekomst voor zichzelf die ze wilde: in het huis wonen, het mooi maken, en tevreden en gelukkig zijn. Maar ze wist dat het niet voor eeuwig kon duren. Ze had genoeg geld om zichzelf nog drie maanden te onderhouden en niet langer dan dat. Ze wilde niet dat haar droomleven zo snel zou eindigen, dus had Emily besloten om wat van het oude antiek in het huis te verkopen. Tot nu toe had ze alleen nog maar de stukken verkocht die niet in haar plannen voor het huis pasten of niet het juiste uiterlijk hadden, maar het was al pijnlijk genoeg om hier afstand van te doen, alsof ze delen van haar vader weggaf.

Emily kocht koffie en een bagel bij de nieuwe tent en ging toen naar de overdekte vlooienmarkt van Rico. Haar vader was hier ook iedere zomer naartoe gegaan. Rico, de oude eigenaar, was er nog steeds. Emily was dankbaar dat hij haar de eerste zaterdag dat ze binnen was gekomen niet had herkend door zijn slechte ogen en zijn slechte geheugen. Dat had haar de kans gegeven om hernieuwd kennis te maken, om hem op haar eigen voorwaarden te leren kennen, zonder de schaduw van haar vader die over haar heen viel.

“Goedemorgen Rico,” riep ze, terwijl ze de donkere winkel binnenkwam.

“Wie is daar?” vroeg een stem vanuit de duisternis.

“Ik ben het, Emily.”

“Ah Emily, welkom terug.”

Emily wist dat hij alleen maar deed alsof hij zich haar herinnerde. Zijn geheugen werd tussen elk bezoek aan de winkel slechter. Ze kon niet om de ironie heen dat de persoon in Sunset Harbor die haar het aardigst vond, zich alleen zo voelde omdat hij niet helemaal meer wist wie ze was.

 

“Ja, van het grote huis aan West Street, ik kom die set eetkamerstoelen ophalen,” riep ze terug en keek om zich heen, op zoek naar de oude man.

Hij kwam vanachter de toonbank tevoorschijn.

“Natuurlijk, ja, ik heb het hier opgeschreven.” Hij zette zijn bril op zijn dunne neus en tuurde naar het boek op het bureau, op zoek naar het kriebelige handschrift dat hem zou vertellen dat ze echt Emily was en dat hij haar inderdaad zes eetkamerstoelen had verkocht. Emily had van haar eerste bezoek aan de winkel geleerd (toen ze een groot kleed had gereserveerd, dat weg was geweest toen ze was gekomen om het op de halen) dat als Rico iets niet opschreef, het zo goed als zeker niet gebeurde.

“Okidoki,” voegde hij eraan toe. “Zes eetkamerstoelen. Emily. Negen uur ’s ochtends. Zaterdag de twaalfde. Dat is vandaag, toch?”

“Dat is vandaag,” antwoordde ze met een glimlach. “Ik zal naar achteren lopen en ze pakken, is dat goed?”

“Oh ja, oh ja, ik vertrouw je, Emily, je bent een graag geziene klant.”

Ze grinnikte bij zichzelf terwijl ze naar achteren liep. Ze wist niet wie de stoelen ontworpen had, ze wist alleen dat ze perfect waren voor de eetkamer. Op een bepaalde manier leken ze op traditionele stoelen, hout, met vier poten, een rugleuning, een zitting, maar ze waren ontworpen met enige eigenzinnigheid en de rugleuningen waren langer dan die van een standaard eetkamerstoel. Ze waren strak zwartgeverfd en ze zouden perfect passen in haar monochrome kleurenschema in die kamer. Ze was meteen enthousiast toen ze de stoelen weer zag en ze wilde er zo snel mogelijk mee naar huis, zodat ze kon zien hoe ze er op hun nieuwe plek uit zouden zien.

De stoelen waren zwaar, maar Emily was erachter gekomen dat ze de laatste paar maanden sterker was geworden. Alle fysieke arbeid die in en om het huis nodig was geweest had haar spieren gegeven die ze op de sportschool nooit had kunnen ontwikkelen.

“Geweldig, dank je, Rico,” zei ze, terwijl ze de stoelen naar de uitgang begon te slepen. “Kom je later vandaag naar mijn garageverkoop? Ik verkoop die twee bijzettafels van Eichholtz Rubinstein, die een beetje aandacht nodig hebben. Weet je nog dat je zei dat je misschien wel interesse had en dat je ze wilde laten herstellen door Serena?”

Serena was een vrolijke, onbegrensd energieke jonge kunststudent die om de paar weken langskwam vanaf de Universiteit van Maine om in de winkel te helpen met het herstellen van meubels. Ze had altijd een spijkerbroek aan, haar lange donkere haar over een schouder en Emily kon het niet helpen dat ze jaloers was op de kalme, zelfverzekerde innerlijke rust die zij op die jonge leeftijd al had. Maar ze was altijd aardig tegen Emily, ondanks de argwanende blikken die Emily haar in het begin had toegeworpen en Emily was met haar bevriend geraakt.

“Ja, ja,” antwoordde Rico vrolijk, al wist Emily zeker dat hij haar garageverkoop helemaal vergeten was. “Serena komt wel even langs.”

Emily keek toe hoe hij het in zijn notitieboek schreef. “Het oude huis in West Street,” herinnerde ze hem, zodat hij zich niet zou hoeven schamen door haar om het adres te hoeven vragen. “Tot later!”

Emily tilde de nieuwe stoelen achter in haar auto en reed toen door het stadje terug naar huis. Onderweg genoot ze van de lentebloemen, de fonkelende oceaan en de strakblauwe lucht. Toen ze bij haar huis parkeerde, viel het haar echt op hoe het was veranderd. Niet alleen door de lente, die de plek kleur had gegeven en het groene gras van de voortuin weelderig en dik had gemaakt, maar ook omdat het duidelijk was dat het nu bewoond werd, dat het geliefd was geweest. Het multiplex was allemaal weg, de ramen schoon en de kozijnen geschilderd.

Daniel had al een goed begin gemaakt door wat ze vandaag wilde verkopen alvast in de voortuin te zetten.

Er waren veel dingen die er voor haar uitzagen als troep, maar die voor anderen schatten bleken te zijn volgens Google. Ze had alle items die ze niet wilde houden gecatalogiseerd en op internet gekeken wat ze waard waren, voordat ze alles online te koop had aangeboden. Ze was verbaasd toen ze een bericht van een vrouw in Montreal had gekregen die de hele weg ging afleggen om een stapel Kuifje-boeken te kopen.

Tijdens die nachten waarin Emily een overzicht had gemaakt van de inhoud van het huis, was ze gaan begrijpen wat haar vader in deze vreemde hobby had gezien. De geschiedenis van de stukken, de verhalen die erbij hoorden, het begon allemaal heel fascinerend te worden. De blijdschap die ze voelde elke keer dat ze antiek tussen de troep vond, gaf een kick zoals ze nog nooit eerder had gevoeld.

Er waren natuurlijk ook wel wat teleurstellingen geweest. Daniel had een antieke Griekse harp in de balzaal gevonden. Emily had ontdekt dat deze 30.000 dollar waard was, maar het instrument was helaas zo beschadigd dat de harp-deskundige had gezegd dat het nooit meer bespeelbaar zou zijn. Hij had Emily wel het nummer van een lokaal museum gegeven dat donaties aannam en ze was geroerd toen ze ontdekte dat ze er een plaquette bij zouden hangen waarop stond dat het gedoneerd was door haar vader. Het voelde als een manier om zijn herinnering levend te houden.

Terwijl ze naar de tuin keek, voelde Emily een mengeling van verdriet en hoop; ze was verdrietig dat ze afscheid zou moeten nemen van sommige dingen waar haar vader het huis mee vol had gezet, maar ze was vol hoop voor het opgefriste huis en hoe het er op een dag uit zou zien. De toekomst zag er weer rooskleurig uit.

“Ik ben er weer,” riep ze, terwijl ze de eetkamerstoelen het huis in sleepte.

“Ik zit hier!” antwoordde Daniel vanuit de balzaal.

Emily zette de stoelen neer in de gang en ging naar hem op zoek.

“Je hebt een goed begin gemaakt met al die spullen in de tuin,” riep ze terwijl ze door de eetkamer liep, en vervolgens door de geheime deur naar de balzaal. “Kan ik ergens mee helpen?”

Toen ze de balzaal in kwam, bleef ze opeens stokstijf stilstaan en ze kon geen woord meer uitbrengen. Daniel had een wit hemd aan, en er waren spieren te zien waarvan ze nooit had kunnen raden dat ze er waren. Het was de eerste keer dat ze zijn lichaam echt goed kon zien, en ze was er helemaal sprakeloos van.

“Ja,” zei hij, “je kunt de andere kant van de boekenkast pakken en me helpen hem naar buiten te krijgen. Emily?” Hij keek haar fronsend aan.

Toen ze zich realiseerde dat ze aan het staren was deed ze snel haar mond dicht en probeerde ze zich toen weer te concentreren. “Prima. Natuurlijk.”

Ze liep naar hem toe, niet in staat hem aan te blijven kijken en greep haar kant van de boekenkast. Maar ze kon er niets aan doen; terwijl hij rechtop ging staan, bleef ze staren naar zijn gespierde armen.

Emily wist dat ze zich aangetrokken voelde tot Daniel. Ze had geaccepteerd dat dit zo was sinds ze elkaar voor de eerste keer hadden ontmoet, maar hij was nog steeds een even groot mysterie voor haar als voorheen. Hij was nu zelfs nog mysterieuzer, omdat hij zoveel tijd met haar had doorgebracht zonder veel over zichzelf prijs te geven. Ze wist alleen dat er iets in hem zat dat hij verborgen hield, een soort donkere kant of een trauma, een geheim waar hij voor op de vlucht was. Iets wat hem ervan weerhield om mensen toe te laten. Emily wist zelf ook hoe het was om op de vlucht te zijn voor een traumatisch verleden, dus ze viel hem er nooit over lastig. En het was genoeg werk voor haar om de geheimen van het huis te ontdekken. Ze kon zich niet ook nog eens bezighouden met het ontrafelen van de geheimen van Daniel. Dus liet ze de aantrekkingskracht broeien onder de oppervlakte en hoopte ze dat het niet over zou koken en een kettingreactie zou veroorzaken waar ze geen van beiden klaar voor waren.

*

De eerste klanten kwamen net na het middaguur, toen Daniel en Emily in comfortabele stoelen zaten en zelfgemaakte limonade dronken. Emily zag meteen dat Serena een van hen was.

Inne książki tego autora