Za darmo

De Geest van China

Tekst
Autor:
0
Recenzje
iOSAndroidWindows Phone
Gdzie wysłać link do aplikacji?
Nie zamykaj tego okna, dopóki nie wprowadzisz kodu na urządzeniu mobilnym
Ponów próbęLink został wysłany

Na prośbę właściciela praw autorskich ta książka nie jest dostępna do pobrania jako plik.

Można ją jednak przeczytać w naszych aplikacjach mobilnych (nawet bez połączenia z internetem) oraz online w witrynie LitRes.

Oznacz jako przeczytane
Czcionka:Mniejsze АаWiększe Aa

LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WERKEN DOOR MIJ GERAADPLEEGD BIJ HET SCHRIJVEN VAN „DE GEEST VAN CHINA”:66

Dr. Chen Huan Chang. The Economic Principles of Confucius and his School.

Ku Hung Ming. Chinas Verteidigung gegen Europäische Ideen.

Prof. E. Fenollosa. Epochs of Chinese and Japanese Art.

Raphaël Petrucci. La Philosophie de la Nature dans l’Art d’Extrême Orient.

Raphaël Petrucci. Kie Tseu Yuan Houa Tchouan.

Dr. Curt Glaser. Die Kunst Ost-Asiens.

Samuel Johnson. Oriental Religions and their Relation to Universal Religion. China.

Herbert A. Giles. Introduction to the History of Chinese Pictorial Art.

E. J. Eitel. Fung Shui.

Martin Buber. Reden und Gleichnisse des Tschuang Tse.

Lafcadio Hearn. Gleanings in Buddha Fields.

Ost-Asiatische Zeitschrift (l’Extrême Oriënt – The Far East.)

VERTALINGEN

blz. 22. „Bij de studie van Chineesche klassieke boeken is het niet zoozeer de vertaling van de karakters, door den schrijver gebruikt, die er op aankomt, als wel het aandeel in de gedachten; er is het zien van geest tot geest”.

blz. 27. „Deze dichtkunst richt zich tot oor en oog op gelijke wijze”.

blz. 70. „Wij hebben een dynastie onttroond, die den Geest der Oudheid verloren had, en te midden van de ruïnen der revolutie, zullen wij, hoop ik, een nieuwen tempel weder opbouwen op de Wijsheid der Ouden”.

blz. 76. „De eenvoud en universeelheid van natuurlijke wetten”.

blz. 80. „een gouden ketting van geestelijk leven loopende door iederen vorm van bestaan en, als in één levend lichaam, samenbindend alles dat bestaat in den hemel boven en op de aarde beneden”.

blz. 90. „Ahnungen” = voorgevoelens.

blz. 91. „Jenseits” = generzijds.

blz. 97. „Wirken aus ungeschiedener, gegensatzloser, umfriedeter Einheit” = Werken uit ongescheiden, tegenstelling-looze, van vrede omgeven Eenheid.

blz. 97. „the doctrine of action without attachement” = de Leer van handeling zonder er zich aan te hechten.

blz. 121. „het open geweten van het volk, waar alle plichten bloot worden gelegd voor de Wijsheid en Orde der wereld, opgesloten in deze Vereerden.”

blz. 130. „met één streek”.

blz. 131. „Men gaat uit van een heel gemakkelijk bereikbare étagère-curiositeit, van welker houding, beweging, bouw zich een doordringende bekoring losmaakt, en men eindigt met, achter het geschilderde of gebeeldhouwde werk, de magische visie van het heelal te ontdekken”.

blz. 154. „De Geschiedenis der Kunst laat eveneens ter zijde liggen de buiten-europeesche kunsten, de Mohammedaansche kunst, de Chineesche kunst, de Japansche kunst”.

blz. 154. „Als ik niets zeg, noch van de kunst van Indië, noch van die van China, dan is dat omdat de hooge oudheid die men haar toeschrijft een illusie is. Indië heeft geen kunst gehad vóór het tijdvak van Alexander den Groote en wat de Chineesche kunst betreft, zij is pas begonnen haar meesterstukken voort te brengen in den loop der Europeesche middeneeuwen”.

blz. 155. „De triomf van den Geest over de Stof”.

blz. 163. „Het is Chineesche onsterfelijkheid, deze Feniks van Letteren. Het is de analogie van Westersche wetenschap, als algeheele overblijving van kracht.”

blz. 165. „Het gevaar in China van heden is niet dat het de juiste hoeveelheid mannen zal missen om zijn landbouw en mijnen te ontwikkelen, maar de neiging om de hoogere en hemelsche godsdienstige instincten te verliezen”.

blz. 165. „Als een handleiding voor Modern China in zijn strijd met het Westen, toonende hoe het de oude wegen van de oudste ouden weer moet doen herleven”.

blz. 170. „voor altijd gebrandmerkt is met de totale onbekwaamheid om tot een hooger niveau van verstandelijke beschaving op te rijzen.”

66De oorspronkelijke Chineesche werken zijn hierbij niet opgenoemd.