Za darmo

Het 'John Grier Home'

Tekst
0
Recenzje
iOSAndroidWindows Phone
Gdzie wysłać link do aplikacji?
Nie zamykaj tego okna, dopóki nie wprowadzisz kodu na urządzeniu mobilnym
Ponów próbęLink został wysłany

Na prośbę właściciela praw autorskich ta książka nie jest dostępna do pobrania jako plik.

Można ją jednak przeczytać w naszych aplikacjach mobilnych (nawet bez połączenia z internetem) oraz online w witrynie LitRes.

Oznacz jako przeczytane
Czcionka:Mniejsze АаWiększe Aa
Sallie.
Zondagmiddag.

Waarde Dr. MacRae,

Dat was gistermiddag een allerafschuwelijkste domme idiote geschiedenis! Maar in den tijd dat ik hier ben, hebt U mij genoeg moeten leeren kennen om te weten, dat ik de gekke dingen, die ik zeg, nooit meen. Mijn tong staat niet het minst in verband met mijn hersens. Die slaat zoo vanzelf door! Ik moet U erg ondankbaar voorkomen na alle hulp, die U mij hebt geschonken bij dit ongewone werk en voor het geduld, dat U (soms tenminste) hebt getoond.

Ik erken eerlijk dat ik de leiding van dit gesticht nooit op mij had moeten nemen, indien Uwe geachte tegenwoordigheid niet steeds op den achtergrond was verrezen en ofschoon U weleens – wat U ook bekend zal zijn – nogal ongeduldig en slecht gehumeurd en lastig bent geweest, heb ik U dit toch nooit verweten. Werkelijk, ik meen niets van al de slechtgemanierde dingen, die ik gisteren ten beste heb gegeven. Vergeef me asjeblieft, dat ik zoo ruw uitviel. Ik zou het heel naar vinden om Uw vriendschap te verliezen en wij zijn toch vrienden, is het niet?

S. McB.

Lieve Judy,

Ik weet werkelijk niet, of de dokter en ik weer goede vrienden zijn, ja of neen; ik zond hem een beleefd briefje om hem excuus te vragen, waarop hij totaal niets van zich liet hooren. Hij kwam ons eerst vanmiddag weer opzoeken en liet niet in het minst iets blijken, wat aan dien rampzaligen Zaterdag herinnerde. Hij sprak uitsluitend over een zalf, waarmede de exceem van een van onze babies verwijderd moet worden en daar Sadie Kate aanwezig was, ging de conversatie daarna over katjes. De kat van den dokter heeft pas gejongd en nu heeft Sadie Kate geen rust voordat zij die diertjes heeft gezien. Voordat ik wist wat er gebeurde, had ik al afgesproken om met haar die ellendige katjes morgenmiddag om vier uur te komen bekijken, waarna de dokter met een koel-beleefde buiging afscheid nam. Dat schijnt nu de afloop van die geschiedenis.

Je Zondagbriefje kreeg ik ook al en ik ben dolblij, dat je dat huis hebt genomen. Het zal heerlijk zijn om je zoo lang tot buur te hebben en onze verbeteringen moeten wel met snel tempo voorwaarts gaan, als we jou en den president zoo naast de deur hebben wonen. Maar het lijkt mij toe, dat je hier al voor 7 Augustus moet komen. Weet je wel zeker, dat je nog zoo lang goed tegen de stadslucht kunt, dat je tot dien datum wacht met naar buiten gaan? Ik heb nog nooit zoo'n opofferende echtgenoote gezien.

Mijn hartelijken groeten aan Mijnheer den President.

S. McB.
22 Juli.

Lieve Judy,

Luister eens naar wat ik je nu vertellen moet!

Om vier uur ging ik met Sadie Kate naar het huis van den dokter om er de katjes te zien, maar daar Freddy Howland juist 20 minuten te voren van een trap was gevallen, was de dokter in het huis van de Howlands bezig de ribbekast van dien jongen man na te zien. Hij had voor ons een briefje achtergelaten met het verzoek op hem te wachten.

Mrs. MacGurk stuurde ons naar de werkkamer en om ons daar niet alleen te laten, kwam zij zelf ook mee, onder voorwendsel, dat zij er het koper moest poetsen. Ik weet heusch niet wat zij van ons dacht, misschien ging het door haar hoofd dat ik wel eens met den opgestopten pelikaan er van door kon gaan!

Ik amuseerde mij met een artikel over het Gele Gevaar, in de Century beschreven, terwijl Sadie Kate als een kleine nieuwsgierige aap rondsnuffelde om alles eens goed op te nemen.

Zij begon met den pelikaan en wenschte te weten waarom dat dier zulke glibberige, koude glasoogen had. Toen kwam de ooievaar aan de beurt. At die altijd kikkers en deed zijn eene poot hem pijn? Zij ratelde haar vragen af met de stadige volharding van een wekker, die slechts om de acht dagen opgewonden behoeft te worden.

Ik begroef mijzelf in mijn artikel en liet het aan Juffrouw McGurk over, zich met Sadie Kate bezig te houden. Ten slotte kwam die kleine lastpost, nadat zij al de halve kamer had afgewerkt, bij het portret van een klein meisje in een leeren lijst, dat in een hoekje van het bureau van den dokter prijkte. Het was een kind van sprookjesachtige schoonheid, dat opvallend veel op onze kleine Allegra leek, het had zelfs het portret van Allegra kunnen zijn als die vijf jaar ouder zou wezen. Ik had dit portret al bij den dokter opgemerkt, toen we dien bewusten avond bij hem aten en had hem ook bijna gevraagd, welke kleine patiënte dit was. Gelukkig dat ik dat toen niet deed!

"Wie is dat?" vroeg Sadie Kate, er naar wijzend.

"Dat is het dochtertje van den dokter".

"Waar is ze?"

"Ik denk, dat ze nu ver weg is.... Bij haar grootmoeder".

"Hoe kreeg hij dat meisje?"

"Wel.... Natuurlijk van zijn vrouw!"

Ik liet het boek plotseling vallen.

"Van zijn vrouw???" riep ik uit.

Het volgend oogenblik was ik woedend op mezelf, dat ik me niet beter had beheerscht, maar ik was geheel van streek. Juffrouw McGurk werd plotseling zeer minzaam en welbespraakt.

"Heeft hij u nog nooit over zijn vrouw gesproken? Wel, die werd zes jaar geleden krankzinnig. Op het laatst was het niet meer veilig, haar nog langer in huis te houden en hij moest haar weg brengen. Dat is bijna zijn dood geweest. Ik heb nog nooit zoo'n mooie dame gezien! Ik geloof dat hij toen dat heele jaar niet meer gelachen heeft. Wat gek, dat hij er u nooit over gesproken heeft, en de juffrouw is nog wel zoo bevriend met den dokter!"

"Natuurlijk is dit een onderwerp waarover de dokter liever niet spreekt", antwoordde ik droogjes en vroeg haar welk poetsmiddel zij voor het koper gebruikte.

Sadie Kate en ik gingen naar de garage en zochten de katjes zelf op en gelukkig waren wij weg, voordat de dokter terug was.

Maar kun jij me misschien vertellen, wat dat beteekent? Weet Jervis, dat hij getrouwd is? Het is de vreemdste historie die ik ooit heb gehoord. Ik ben het met die McGurk volkomen eens dat hij weleens zoo terloops had mogen zeggen, dat zijn vrouw in een krankzinnigengesticht was. Maar natuurlijk is het iets vreeselijks en zal hij er niet over kunnen spreken. Nu begrijp ik eindelijk waarom hij zulke grondige studies van erfelijke belasting maakt. Hij is natuurlijk bang voor zijn kindje! Als ik nu terugdenk aan al die grapjes, die ik daarover heb gemaakt, doet het mij pijn dat ik hem zoo dikwijls gewond moet hebben zonder het te weten en ik ben woedend op mezelf maar ook woedend op hem.

Ik heb het gevoel alsof ik dien man nooit weer zou willen zien. Heb je ooit zoo'n samenloop van vreemde omstandigheden meegemaakt!

Sallie.

P.S. Tom McCoomb heeft Mamie Prout in de tobbe kalk geduwd, die de metselaars noodig hebben bij den aanbouw van het nieuwe gedeelte van de tuinierswoning. Zij is heel en al bepleisterd. Ik heb al om den dokter getelefoneerd.

24 Juli.

Lieve Mevrouw Pendleton,

Ik moet je een groot schandaal over de directrice van het J. G. H. berichten. Zet het alsjeblieft niet in de krant, wil je. Het eenig excuus voor haar optreden is, dat zij geen wreedheden kan zien.

Ik zat vanmorgen in het zonnetje bij het open raam een zoet boek over Fröbel-methode bij de opvoeding van het kind te lezen: Blijf altijd bedaard, spreek steeds vriendelijk tegen kleine kinderen. Hoewel ze slecht lijken, zijn ze het toch niet in werkelijkheid; het komt slechts door het feit dat zij nog niet juist voelen, of niets te doen hebben en zich dus vervelen. Straf nooit, weet hen slechts af te leiden.... Ik nam die raadgevingen vol aandacht in mij op, toen ik door het geschreeuw van een paar kleine jongens onder mijn raam werd afgeleid.

"Neen John, doe het niet!"

"Laat hem toch loopen!"

"Dood hem dan gauw!"

En tusschen hun uitroepen door hoorde ik het angstig geschreeuw van een dier, dat pijn lijdt. Ik liet het Fröbel-boek vallen en vlug de trap afloopend, kwam ik vóórdat zij erg erin hadden, plotseling op hen af. Ze zagen me komen en verspreidden zich vlug naar links en rechts terwijl zij Johnnie Cobden, die bezig was een muis te martelen, alleen aan zijn lot overlieten. Ik zal je de griezelige bijzonderheden besparen. Ik riep een van de jongens om dat arme diertje vlug te verdrinken, maar Johnnie pakte ik bij zijn kraag en sleepte hem al schreeuwend en trappend met mij mee naar de keuken. Hij is een stoere, vierkant geschouderde jongen van dertien en hij vocht als een kleine tijger, terwijl hij zich wanhopig aan de deurposten vastklemde als hij er langs ging. Onder gewone omstandigheden geloof ik niet dat ik hem had kunnen meester worden, maar nu kreeg dat zestiende Ierschbloed-gehalte den boventoon en ik vocht als een waanzinnige. Wij vielen de keuken binnen en ik keek haastig rond naar een afstraffingsmiddel. De koekepan was het eerste gereedschap, waarop mijn oog viel. Ik pakte die beet en sloeg het kind met alle kracht, totdat de kleine tijger van vier minuten geleden in een huilend, om genade smeekend wezentje was veranderd.

Natuurlijk moest weer niemand anders dan Dr. MacRae plotseling te midden van die vreeselijke scène te voorschijn komen. Zijn gezicht was een en al verbazing. Hij liep op ons toe, nam mij den koekepan uit mijn handen en zette den jongen op zijn voeten neer. Johnnie verschuilde zich gauw achter hem. Ik was zoo woest, dat ik niet kon spreken; al mijn kracht had ik noodig om niet in tranen uit te barsten.

"Kom, laten we hem mee naar uw werkkamer nemen", was al, wat de dokter zei en daarheen marcheerden wij af, terwijl Johnnie zich zoo ver mogelijk van mij verwijderd hield en jammerlijk jankte. Wij lieten hem op het bureau achter, sloten de deur en gingen naar mijn zitkamer.

 

"Wat heeft het kind in 's Hemelsnaam gedaan?" vroeg hij.

Tot eenig antwoord legde ik mijn hoofd op de tafel neer en begon te huilen. Ik was zoo uitgeput, lichamelijk zoowel als geestelijk, alle beschikbare kracht had ik noodig gehad voor de koekepanafstraffing.

Onder veel gesnik kon ik eindelijk alle bloederige details ten beste geven en toen gaf hij mij geruststellend in overweging er niet langer over te denken; de muis was nu eenmaal toch dood. Toen haalde hij een glas water en liet me drinken en zei, dat ik maar stil uit moest huilen. Dat zou me goed doen. Ik geloof heusch, dat hij daarbij zijn hand even op mijn hoofd liet rusten. In elk geval was hij op en top geneesheer. Ik zag hem datzelfde wel een dozijnmaal doen bij hysterische vondelingetjes. Dit was voor het eerst sedert een week, dat we iets anders dan "goedenmorgen" tegen elkaar zeiden.

Zoodra de toestand weer zoover hersteld was, dat ik behoorlijk kon zitten en zelfs glimlachen, begon hij Johnnie's geval eens aan de hand van het register ernstig te bestudeeren terwijl ik onophoudelijk mijn oogen bette. De jongen stamt uit een ziekelijk geslacht en is zelf ook eenigszins gedegenereerd, zegt Sandy. Wij moeten het geval van geneeskundig standpunt behandelen, zooals ook ziektegevallen behandeld moeten worden. Zelfs normale jongens zijn dikwijls wreed, het zedelijk gevoel van een kind blijft onontwikkeld tot zijn dertiende jaar.

Toen stelde hij mij voor, mijn oogen met wat lauw water nog eens over te betten en mijn waardigheid weer aan te nemen, wat ik deed. Daarna liet hij Johnnie binnenkomen. Deze verkoos gedurende het verhoor te blijven staan inplaats van te zitten. De dokter sprak met hem heel aardig en gevoelig en menschlievend. Johnnie bracht tot zijn verdediging te berde, dat een muis een schadelijk dier is, dat gedood moet worden. De dokter weerlegde hierop, dat het welzijn van de menschheid de opoffering van veel dieren te zijnen koste eischt, maar dat deze dood met zoo min mogelijk pijn gepaard moet gaan. Hij legde hem ook het zenuwstelsel van de muis uit en zei, dat dit diertje geen enkel verdedigingsmiddel bezit. Hij zeide John, dat hij genoeg verbeeldingskracht moest hebben om een zaak ook van het standpunt van den tegenstander te bezien, ook al is die tegenpartij slechts een muis. Toen ging hij naar de boekenkast en haalde daar een boek van Burns te voorschijn en vertelde den jongen, welk een groot dichter dit geweest is en hoe alle Schotten zijn herinnering nu nog hooghouden.

"En dat schrijft hij over een muis", zei Sandy terwijl hij het "Wee, sleekit, cow'rin, tim'rous beastie" opsloeg, hetwelk hij voorlas en uitlegde, zooals alleen een Schot dat doen kan.

Johnnie trok zich berouwvol terug en nu wendde Sandy zich weer tot mij. Hij zei dat ik vermoeid was en een verandering noodig had. Waarom zou ik niet voor een week naar de Adirondacks gaan? Hij en Betsy en Mr. Witherspoon zouden een bestuur vormen, dat de leiding over het gesticht voor dien tijd overnam.

Je weet, dat dit juist was, wat ik zoo graag wilde. Ik heb behoefte aan tijd om mijn gedachten te rangschikken en ook aan dennenlucht. Mijn familie heeft het kamp net de vorige week opgeslagen en vindt mij een monster, omdat ik niet wilde meekomen. Zij willen maar niet begrijpen, dat, als je een werkkring als de mijne aanvaard hebt, je die niet van tijd tot tijd aan een ander kunt overgeven. Toch kan ik er gemakkelijk voor een paar dagen uit. Mijn gesticht loopt als mijn acht-daagsche wekker en zal in gelijk tempo doordraven tot Maandag vier uur n.m. wanneer mijn trein mij weer hierheen zal brengen. Dan zal ik weer heelemaal op streek zijn als je hier komt, en je niet met verwarde denkbeelden hinderen.

Intusschen verkeert Jongeheer Johnnie in een aangenamen staat van kastijding, zoowel lichamelijk als geestelijk, en ik geloof heusch dat Sandy's preek er veel beter in zal gaan, nu hij door mijn koekepanbestraffing is voorafgegaan. Maar één ding weet ik tevens, Suzanna Estella slaat de schrik om het hart wanneer ik maar de keuken binnenkom. Ik nam onder het gesprek vanmorgen het aardappelmes al spelend op, terwijl ik haar over de verzoute soep van gisteren onderhield en dadelijk verschuilde zij zich achter de deur. Vanmorgen om negen uur begon ik al reisvoorbereidingen te maken, nadat ik eerst vijf telegrammen had verzonden. En heusch, Judy, je kunt je niet voorstellen hoe zeer ik er naar snak me weer als een onbezorgd, levenslustig jong meisje te voelen en op het meer te gaan roeien en in het bosch te draven en uit te rusten en in het clubgebouw te dansen! Ik verkeerde door die goddelijke vooruitzichten den heelen nacht in een verbazenden staat van opwinding. Ik wist werkelijk niet, dat ik zoo meer dan beu van dat gestichtsleven was.

"Wat u noodig hebt", zei Sandy, "is een korten tijd van hier weg zijn en een beetje uitrazen".

En die diagnose is werkelijk uitstekend, want niets ter wereld zou ik op het oogenblik liever doen dan eens echt uit te razen. Ik zou met nieuwe wilskracht terugkomen, volkomen in staat om jou en een drukken zomer met liefde af te wachten.

Als steeds,
je Sallie.

P.S. Jimmie en Gordon zullen er ook zijn. O, wat zou ik het eenig vinden als je weer bij ons kon zijn! Getrouwd zijn lijkt me soms heel lastig!

Kamp McBride.
29 Juli.

Lieve Judy,

Dit briefje schrijf ik je alleen om je de belangrijke mededeeling te doen, dat de bergen hooger, de bosschen groener zijn en het meer blauwer is dan ooit te voren.

De menschen schijnen dit jaar veel later naar de kampen te komen.

Het kamp van de Harriman's is het eenige, dat er buiten het onze aan dezen kant van het meer geopend is. De danszaal is zeer schaars van heeren voorzien, maar daar wij een zeer welwillenden jongen staatsman te gast hebben, die dol veel van dansen houdt, lijd ik geen gebrek door dien algemeenen nood.

De staatsbelangen en het bestuur over de vondelingen zijn op den achtergrond getreden terwijl wij op dit heerlijk mooie meertje spelevaren. Ik hoor mijn hart kloppen als ik met angst aan 7.56 a.s. Maandag denk. Het nare van een vacantie is, dat op het oogenblik dat je er juist heerlijk van begint te genieten, je met schrik eraan denkt, dat de zaligheid gauw weer genoten is.

Ik hoor een stem onder de waranda, die vraagt of Sallie binnens- of buitenshuis is.

Addio!
Sallie.
3 Augustus.

Lieve Judy,

Terug in het John Grier! Weer drukt de last van het komende geslacht op mijn schouders. En wien denk je dat ik bij mijn entree het eerst ontwaar? Niemand anders dan John Coben van de koekepanbeweging, met een band om zijn arm. Ik draaide hem naar me toe en las S. P. C. A. in gouden letters. De dokter heeft hier gedurende mijn afwezigheid een plaatselijke afdeeling van de Dierenbescherming opgericht en Johnnie tot president benoemd. Ik vernam dat hij zelfs gisteren de werklieden, die hier met den zijvleugel van de tuinierswoning bezig zijn, ernstig heeft vermaand om hun paarden niet meer over den buik te zweepen. Uit zijn mond klonk dit wel heel vermakelijk!

Er is een stapel nieuws maar nu ik je toch over vier dagen hier zie, vind ik het onnoodig om je nog alles eerst te schrijven. Toch wil ik je nog even een prachtig nieuwtje doorgeven. Dus houd je adem in, een siddering moet je doortrillen, want je moest onze Sadie Kate eens hooren jammeren! Jane knipt haar haar af. Inplaats van het in twee stijve staartjes te dragen, zal onze kleine schoone er voortaan zòò uitzien… (zie hieronder).

"Die varkensstaartjes maken me zenuwachtig!" heeft Jane gezegd.

Je ziet wel dat ons nieuw kapsel veel smaakvoller en aardiger is. Ik denk dat er wel menschen zullen zijn, die die lastpost willen aannemen, maar aan den anderen kant is onze Sadie Kate een allerliefst manlijk-zelfstandig schepseltje en uitstekend geschikt om het best alleen af te kunnen. Ik moet de pleegouders voor onze hulpelooze kleintjes bewaren.

En je moest onze nieuwe kleeren eens zien! Ik kan haast het oogenblik niet afwachten, dat al die rozenknopjes op je zullen afstormen. O, je hadt die oogen van de kinderen eens moeten zien schitteren toen ze de nieuwe kleeren ontvingen! Drie jurken voor elk meisje, elk van een andere kleur en alles absoluut persoonlijk eigendom. (De naam van de eigenares met keurige merklettertjes in de kraag aangegeven).

Dat lamme systeem van juffrouw Lippett, dat elk kind iedere week een jurk uit de wasch kreeg, die maar eenigszins paste, was een beleediging voor de vrouwelijke natuur.

Sadie Kate schreeuwt als een varken dat naar de slachtbank gaat. Ik moet heusch eens even gaan kijken of Jane niet bij vergissing een stuk oor mee heeft afgeknipt.

Jane heeft het niet gedaan! Sadie's mooie oortjes zijn nog steeds intact. Ze piept slechts uit principe, net zooals al onze kinderen doen zoodra ze in den tandartsstoel zitten, omdat ze bang zijn dat er het volgend oogenblik iets vreeselijks gebeuren zal.

Ik kan je niets anders schrijven dan mijn werkelijk nieuwtje – hier heb je het:

IK BEN VERLOOFD!

Ik hoop dat je er mee in je schik bent.

Met hartelijke groeten aan jullie beiden,

Sallie.
John Grier Home,

Lieve Judy,

Betsy en ik zijn juist terug van een boodschappentocht in onze nieuwe auto. Dat is een heerlijke afleiding in het gestichtsleven. De auto reed vanzelf den zoo dikwijls afgelegden weg naar Long Ridge Road op en stopte voor het hek van Shadywell. Een zware ketting hield het hek gesloten, de luiken waren voor de vensters en de buitenplaats zag er verlaten en droefgeestig uit, niet het minst gelijkend op het vriendelijke gastvrije huis, waar wij elkaar zoo dikwijls 's middags met veel vreugde hebben begroet.

Het spijt me verschrikkelijk dat onze heerlijke zomer nu al voorbij is. Het lijkt me toe alsof er nu een stuk van mijn leven achter me gesloten is en de onbekende toekomst weegt loodzwaar op me. Eigenlijk zou ik het heerlijk vinden om mijn huwelijk nogeens zes maanden uit te stellen, maar ik ben bang dat die arme Gordon daarover een te grooten boom zou opzetten. Ga nu niet denken dat ik een tobster word, want dat ligt absoluut niet in mijn aard. Ik heb alleen wat meer tijd noodig om kalm te kunnen nadenken en Maart komt elken dag wat dichterbij. Ik weet beslist dat ik iets zeer verstandigs ga beginnen. Voor iedereen, man of vrouw, is het het beste, om een prettig, aangenaam huwelijk aan te gaan. Maar Judy, je weet niet hoe ik het land heb aan groote veranderingen, en dit is een geweldige verandering. Soms, als het dagwerk afgeloopen is en ik dood-moe ben, heb ik zelfs niet den moed en de kracht om er me ook maar even in te verdiepen.

En vooral nu je Shadywell hebt gekocht en van plan bent er elken zomer weer te komen, heb ik berouw dat ik mijn plaatsje hier ga verlaten. Het volgende jaar, als ik mijlen ver van hier ben, zal ik met heimwee aan den heerlijken drukken tijd in het John Grier terugdenken, toen jij en Betsy en Percy en onze brommerige lieve Schot zoo prettig met me samenwerkten. Wat ter wereld kan een moeder ooit het gemis van 107 kinderen vergoeden!

Ik vertrouw dat Judy Junior gedurende de reis haar waardigheid heeft opgehouden. Ik stuur haar vandaag een manteltje, gedeeltelijk door mij en grootendeels door Jane gemaakt. Maar bovendien heeft onze dokter er ook nog twee steekjes aangewaagd. Je kunt slechts bij stukjes en beetjes het karakter van Sandy ontdekken. Na een omgang van tien maanden met dezen man ontdekte ik nu eerst, dat hij zelfs naaien kan, iets wat hij in zijn jongensjaren van een ouden Schotschen herder heeft geleerd.

Drie dagen geleden kwam hij hier binnenvallen en dronk een kopje thee bij me in een bijna ouderwetsche vriendschappelijke bui, maar sedert dien dag is hij weer veranderd in denzelfden vormelijken man, dien wij gedurende dezen zomer hebben gekend. Ik geef het langzamerhand op om hem aan het ontdooien te krijgen. Ik kan me heel goed voorstellen, dat iemand die een vrouw in een krankzinnigengesticht heeft, dikwijls last van droefgeestigheid moet hebben. Ik wou maar dat hij er eens over begon te praten. Het is vreeselijk als een schaduw steeds over je leven zweeft en nooit verdreven kan worden.

 

Ik weet, dat er in dezen brief geen enkel nieuwtje staat waarnaar je verlangt, maar het is weer zoo'n afschuwelijk schemeruur na een mistigen Novemberdag en ik verkeer vandaag in een gemeen slecht humeur. Ik ben erg bang dat ik langzaam aan in een grillig persoontje verander, en ongelukkigerwijs heeft Gordon temperament genoeg voor een heel weeshuis. Ik weet heusch niet wat er van ons terecht moet komen, als ik mijn gezond verstand en opgeruimd humeur niet blijf behouden.

Ben je werkelijk vast besloten om met Jervis naar het Zuiden te rekken? Ik waardeer het in je (tenminste een klein beetje), dat je niet gescheiden van je man wilt leven, maar aan den anderen kant schijnt het me gevaarlijk, om met zulk een klein kindje als het jouwe naar de tropen te verhuizen.

De kinderen spelen beneden in de gang blindemannetje. Ik denk er sterk over even mee te gaan doen om een beetje beter gehumeurd te zijn als ik verder schrijf.

A bientôt!
Sallie.

P.S. In deze Novembernachten is het al aardig koel en ik vermoed, dat onze Indiaantjes spoedig hun kamp zullen moeten verlaten. Op het oogenblik zijn het erg vertroetelde wilden, want ze slapen onder een dubbele vracht dekens en hebben elk een warme kruik. Ik vind het erg jammer dat dat nu ook al weer gedaan is. Dat kampleven heeft uitstekend op onze kinderen ingewerkt. Onze jongens zullen gehard zijn als Canadeesche paardedieven als ze weer bij ons terugkeeren.

20 November.

Lieve Judy,

Je moederlijke bezorgdheid is heerlijk! Heusch, ik spotte laatst maar een beetje. Natuurlijk is het absoluut veilig om Judy junior naar de warme, zuidelijke landen mee te nemen. Ze zal prachtig gedijen zoo lang je haar maar niet op den top van den equator zet, En je bungalow, die beschaduwd wordt door palmen en afgekoeld door de frissche zeelucht, met zijn ijsmachine in het achterhuis en den Engelschen dokter vlak bij de baai, lijkt mij een ideaal huis om er een baby te zien opgroeien.

Al mijn bezwaren ontsproten slechts uit het feit, dat ik en het John Grier er tegen opzien, dezen heelen winter zonder jou te moeten doorbrengen. Het schijnt me werkelijk verrukkelijk toe om een man te hebben, die in zulk eigenaardig werk als de financiering van spoorwegen in de tropen en het aanplanten van rubberboomen en mahoniebosschen geïnteresseerd is. Ik zou wel willen dat Gordon ook in zulke schilderachtige streken werken moest, dan zouden de romantische mogelijkheden van de toekomst mij in elk geval meer bekoren. Washington lijkt mij vreeselijk eentonig in vergelijking met Honduras en Nicaragua en de Caraïbische eilanden.

Ik zal je in elk geval vaarwel toewuiven als je op reis gaat.

Addio!
Sallie.
24 November.

Lieve Gordon,

Judy is weer naar de stad vertrokken en zal de volgende week naar Jamaica afreizen, waar ze het hoofdkwartier zal opslaan, terwijl Jervis voor die nieuwe interessante onderneming de nabijliggende stroomen zal doorkruisen. Kun jij je ook niet voor den handel in de Zuidelijke wateren interesseeren? Ik geloof dat ik het prettiger zou kunnen vinden om mijn gesticht op te offeren, als je me daarvoor in de plaats iets romantisch en gewaagds zou kunnen aanbieden. En denk eens aan, wat zou je er niet mooi uitzien in je wit linnen kleeren! Ik geloof werkelijk dat ik mijn heele leven verliefd op een man zou kunnen zijn, als hij zich maar altijd in het wit zou steken.

Je kunt je niet voorstellen hoe erg ik Judy mis. Haar afwezigheid laat een vreeselijke leegte in mijn middagen achter. Kun je niet eens voor het eind van de week overkomen? Ik geloof dat je nabijheid me erg zou opvroolijken en ik gevoel me in den laatsten tijd zoo vreeselijk down. Je weet heel goed, mijn lieve Gordon, dat ik veel meer van je houd als je hier bij me bent dan wanneer je zoo ver van me weg bent. Ik geloof werkelijk dat je een soort hypnotischen invloed op me uitoefent en, als je dan een langen tijd weg bent geweest, wordt de ban hoe langer hoe zwakker. Maar als ik je dan weer terugzie, oefent hij weer nieuwe kracht op me uit. Je bent nu al een heelen tijd van me weg geweest, dus kom alsjeblieft gauw weer hier en betoover me opnieuw.

S.
2 December.

Lieve Judy,

Herinner je je, dat we altijd onze gedachten op het Zuiden richtten, wanneer we op de Universiteit over onze toekomstdroomen spraken? En nu is het voor jou werkelijk waarheid geworden en doe je daar op de tropische eilanden nieuwe ontdekkingen op. Heb je je ooit in je leven zoo ontroerd gevoeld – behalve natuurlijk verschillende keeren in verband met Jervis – toen je daar in den vroegen dagschemer aan dek kwam en ontdekte, dat je de haven van Kingstown binnenvoer, waar het water zoo blauw en het strand zoo wit is en de palmen zoo groen zijn?

Ik herinner me dat oogenblik nog heel goed, toen ik voor het eerst in die haven ontwaakte. Ik voelde me als een heldin in een groote opera, omringd door een onwaarschijnlijk-schoon geschilderd landschap. Niets op mijn vier reizen naar Europa heeft me ooit zoo aangedaan als dit eigenaardige gezicht en den eigenaardigen smaak en de geuren van deze drie warme weken, zeven jaar geleden, en sedert dien tijd heb ik er steeds naar verlangd er weer heen te gaan. Wanneer ik even ophoud daarover na te denken, kan ik er mezelf haast niet toe dwingen onze alledaagsche maaltijden te gebruiken. Ik zou willen leven van kerry en meloenen en vijgen en bananen. Is dat niet grappig? Je zou denken dat ik Creoolsch of Spaansch of minstens Zuidelijk bloed in mijn aderen had, maar ik ben slechts een simpel mengseltje van Engelsch en Iersch en Schotsch. Misschien komt het alleen doordat ik van het Zuiden hoor spreken, je weet wel, Heine zingt ook van den palmboom die naar de den verlangt en de den naar den palmboom.

Nadat je vertrokken was, keerde ik naar New York terug met een haast onweerstaanbaren lust tot reizen. Ik zou ook zoo graag in het Zuiden willen ronddwalen met een nieuwen blauwen hoed op en een nieuwe blauwe japon aan en een groote bos viooltjes in mijn hand. Vijftien minuten lang zou ik graag dien armen Gordon vaarwel gezegd hebben om daarvoor in de plaats de wijde wereld te mogen afreizen. Ik vermoed dat je wel zult denken, dat Gordon en de wijde wereld nu niet bepaald met elkaar te vergelijken zijn, maar het schijnt dat wij het op het punt van echtgenooten niet eens kunnen worden. Ik vind het huwelijk een goede verstandige alledaagsche instelling, maar het is afschuwelijk belemmerend voor iemands vrijheid. Toch schijnt het, dat het leven, nadat je eenmaal getrouwd bent, zijn aantrekkelijke avonturen voor je heeft verloren. Geen enkel romantisch voorval zal je meer verrassen.

De vreeselijke waarheid is, dat één man mij niet genoeg lijkt. Ik houd van de verscheidenheid van gevoelens, die slechts verschillende mannen bij je te weeg kunnen brengen. Ik ben bang dat ik in mijn jeugd te veel geflirt heb en nu is het niet bepaald gemakkelijk voor me, om aan een geregeld leven te wennen. Neem me niet kwalijk dat ik zoo van den hak op den tak spring. Om weer op het begin terug te komen – welnu, ik zag je afvaren en nam de veerboot naar New York terug, met een ellendig leeg gevoel. Na onze allergezelligste drie zigeunermaanden leek het mij een vreeselijke taak je mijn nood zoo hartroerend te beschrijven, dat zelfs het diepste harte-snaartje van je zou trillen en beven. Mijn veerboot gleed recht onder den neus van jouw stoomboot door en ik kon jou en Jervis tegen de verschansing zich aanleunen. Ik wuifde wanhopig maar je zag niets. Je blik was vol heimwee op den top van het Woolworth-gebouw gericht. —

Toen ik in New York teruggekeerd was, ging ik naar een van de groote magazijnen om daar inkoopen te doen, en juist terwijl ik binnentrad, kwam niemand anders dan Helen Brooks er aan den anderen kant uit. Wij deden alle twee veel moeite om bij elkaar te komen, daar ik trachtte er uit te komen en zij trachtte er weer in te gaan. Ik dacht werkelijk dat we zoo eeuwig zouden blijven draaien, maar tenslotte kwamen wij toch samen en drukten elkaar de hand. Zij was zoo vriendelijk om mij te helpen bij het uitzoeken van vijftien dozijn paar kousen en vijftig mutsen en hansoppen en een honderd jassen en mantels en toen liepen we al pratend den weg op naar de 52ste Street, waar we in de Women's University Club lunchten.

Ik hield altijd wel van Helen. Ze is geen toeschouwster in het leven maar staat er flink en onafhankelijk midden in. Weet je nog wel hoe zij zich van dat luxe-comité meester maakte en een voor een er de dingen recht zette? Wat zou je er van denken als zij mijn opvolgster werd? Mijn hart wordt van jaloezie vervuld als ik aan die opvolgster denk, maar ik vermoed toch dat ik me daaraan zal moeten wennen.

Inne książki tego autora