Za darmo

Voordat hij doodt

Tekst
Oznacz jako przeczytane
Czcionka:Mniejsze АаWiększe Aa

“White, Porter, ga weg van hier en ga terug naar het bureau,” zei Nelson.

“Maar mijnheer,” zei Mackenzie, “we moeten nog steeds …”

“Doe gewoon wat ik zeg,” zei hij. “Jullie twee zijn de hoofdrolspelers in deze zaak en als de media daar lucht van krijgt, zal je ze constant achter je aan hebben en zullen ze de zaak vertragen. Ga nu hier weg.“

Het was een verstandige gedachtegang en Mackenzie deed wat haar werd gevraagd. Maar toen ze met Porter terug liep naar de auto, kwam er nog een gedachte bij haar op. Ze keerde terug naar Nelson en zei: “Mijnheer, ik denk dat we het hout moeten laten testen, op deze paal en de vorige. Neem een monster en laat het analyseren. Misschien kan het soort hout dat voor deze palen wordt gebruikt, ons ergens naartoe leiden.”

“Verdomd goed denkwerk, White,” zei hij “Nu ingerukt.”

Ze liep terug naar de auto en zag nog twee paar koplampen achter de eerste set aankomen. De eerste set koplampen behoorden toe aan een nieuwsbusje met WSQT erop geschreven. Het had zojuist geparkeerd aan de andere kant van de politieauto's. Een verslaggever en een cameraman kwamen naar buiten en Mackenzie beschouwde hen onmiddellijk als gieren die rond een nieuwe moord cirkelden.

Terwijl ze in de auto stapte en weer in de bestuurdersstoel plaats nam, stapte er nog een persoon uit het busje en deze begon onmiddellijk foto's te maken. Mackenzie zag met grote schrik dat de camera in haar richting was gericht. Ze liet haar hoofd zakken en startte de motor. Terwijl ze dat deed, zag ze dat drie officieren al in de richting van het nieuws busje stormden, Nelson in het midden. De verslaggever deed haar uiterste best om toch dichterbij te komen.

Ze vertrokken, maar Mackenzie wist dat het al te laat was.

Morgen zou haar foto op de voorpagina van alle kranten staan.

HOOFDSTUK ELF

Het leek erop dat Nelson zich had vergist in de FBI. Mackenzie kreeg om 06:35 s ochtends een telefoontje met het verzoek of ze naar het vliegveld kon rijden om een ingevlogen agent op te halen. Ze had zich moeten haasten, want de vlucht arriveerde om 8:05 am. en ze dacht beschaamd dat ze nu een eerste indruk op iemand zou maken zonder dat ze de tijd had gehad om haar haren te fatsoeneren.

Haar haren waren echter haar minste zorg, toen ze in de ongemakkelijke luchthaven stoel zat te wachten aan de gate. Gulzig dronk ze aan de kop koffie, in de hoop dat haar hoofd zou vergeten dat haar lichaam de nacht ervoor slechts vijf uur slaap had gehad. Het was haar derde kop koffie van deze ochtend, en ze wist dat ze de kriebels zou krijgen als ze niet langzamer zou drinken. Maar ze kon het zich niet veroorloven om moe en slordig over te komen.

In gedachten ging ze nog eens over alles heen, terwijl ze wachtte tot de agent uit het vliegtuig stapte en het gruwelijke tafereel van de vorige nacht weer opgerakeld zou worden. Ze kon het niet helpen, maar ze had het gevoel dat ze iets had gemist. Hopelijk kon de FBI-agent hen helpen een duidelijker beeld van de zaak te krijgen.

Nelson had haar het dossier van de agent gemaild, dat ze snel had doorgelezen terwijl ze haar ontbijt bestaande uit een banaan en een kom havermout at. Hierdoor herkende Mackenzie de agent direct toen hij vanuit de gate de aankomsthal binnen liep. Jared Ellington, eenendertig jaar oud, afgestudeerd in Georgetown met een achtergrond die een ervaring in profilering in zaken met terrorismebestrijding omvatte. Zijn zwarte haar was achterover gekamt zoals op de foto, en het kostuum dat hij droeg gaf hem het uiterlijk van iemand met een officiële taak.

Mackenzie liep naar de andere kant van de aankomsthal om hem te ontmoeten. Ze haatte het feit dat haar onverzorgde haren haar nog dwars zaten. Ze voelde zich moe en een beetje uit haar doen omdat ze zich zo had moeten haasten die ochtend. Ze had nooit echt veel waarde gehecht aan de eerste indruk en was nooit iemand geweest die zich al te veel zorgen maakte over haar uiterlijk. Dus waarom nu wel? Misschien was het omdat hij van de FBI was, het Bureau dat ze vereerde. Of misschien was het omdat ze, geheel tegen haar gewoonten in, onder de indruk was van zijn uiterlijk. Ze haatte zichzelf hiervoor, niet alleen vanwege Zack, maar vanwege de dringende en gruwelijke aard van hun werk.

“Agent Ellington,” zei ze, terwijl ze haar hand uitstak en haar stem dwong om zo professioneel mogelijk te klinken. “Ik ben Mackenzie White, een van de rechercheurs in deze zaak.”

“Fijn je te ontmoeten,” zei Ellington. “ Je chef heeft me verteld ​​dat jij de hoofd detective in deze zaak bent. Is dat juist?”

Ze deed haar best om de schok te verbergen, maar knikte.

“Dat klopt,” zei ze. “Ik weet dat je net uit het vliegtuig bent gestapt, maar we moeten ons haasten en naar het bureau gaan.”

“Natuurlijk,” zei hij. “Ga maar voor.”

Ze leidde hem door het vliegveld naar buiten en naar de parkeerplaats. Ze waren stil tijdens de wandeling en Mackenzie nam de tijd om hem eens goed op te nemen. Hij leek een beetje ontspannen, niet stijf en star zoals de andere jongens van het Bureau die ze had ontmoet. Hij leek ook erg serieus en intens. Hij had een veel professionelere uitstraling dan de mannen met wie ze samenwerkte.

Terwijl ze de snelweg opreden, vechtend door het drukke verkeer richting de luchthaven die ochtend, begon Ellington door een reeks e-mails en documenten op zijn telefoon te bladeren.

“Vertel me, rechercheur White,” zei hij, “ naar wat voor soort persoon denk je dat we zoeken? Ik heb de aantekeningen doorgenomen die hoofdcommissaris Nelson me heeft gestuurd en ik moet zeggen dat je vrij scherp van geest lijkt.”

“Bedankt,” zei ze. Om gelijk over het compliment heen te stappen voegde ze er snel aan toe: “Wat het daderprofiel betreft, ik denk dat het voortkomt uit misbruik. Gelet op het feit dat de slachtoffers niet seksueel zijn misbruikt maar wel tot op hun ondergoed zijn uitgekleed, lijkt het erop dat deze moorden zijn gepleegd uit de behoefte om wraak te nemen op een vrouw die hem eerder in zijn leven onrecht heeft aangedaan. Dus ik denk dat het een man is die zich schaamt voor seks, of dit op zijn minst ordinair vindt.”

“Ik zie dat je religieuze contexten niet hebt uitgesloten,” zei Ellington.

“Nee nog niet. De aard van hoe hij ze ten toon stelt, toont overduidelijk gelijkenis met het kruisbeeld. Bovendien maakt het feit dat de vrouwen die hij vermoord allemaal het symbool zijn van mannelijke lust, het moeilijk om uit te sluiten.”

Hij knikte en scrolde nog steeds door zijn telefoon. Terwijl ze zich een weg baande door het verkeer wierp ze een blik in zijn richting en werd getroffen door zijn knappe uiterlijk. In het begin was het niet duidelijk, maar er was iets heel dagelijks en toch ruigs aan Ellington.

Hij zou nooit een leidende man zijn, maar zou zeker een aantrekkelijke toevoeging aan het team van de held zijn.

“Ik weet dat dit onbeleefd is,” zei hij, “maar ik probeer ervoor te zorgen dat ik goed op de hoogte ben. Zoals je waarschijnlijk weet, werd ik minder dan zes uur geleden bij deze zaak ingeschakeld. Het was vrij hectisch.”

“Nee, helemaal niet onbeleefd,” zei Mackenzie. Ze vond het verfrissend om met een man in de auto te zitten waarbij het gesprek niet bestond uit verbloemde beledigingen en seksisme.

“Vind je het erg als ik vraag wat je eerste gedachten over de moordenaar zijn?”

“Mijn grote vraag is waarom hij de lichamen überhaupt ten toon stelt," zei Ellington. “ik heb de indruk dat deze moorden niet zomaar vanwege een persoonlijke vendetta zijn gepleegd. Hij wil dat mensen zien wat hij heeft gedaan. Hij wil er een spektakel maken van deze vrouwen, wat aangeeft dat hij trots is op wat hij doet. Ik zou voorzichtig willen opperen dat hij waarschijnlijk het gevoel heeft dat hij de wereld een plezier doet.”

Mackenzie voelde een golf van opwinding toen ze het politieterrein naderden. Ellington was het tegenovergestelde van Porter en leek dezelfde benadering van profilering te hebben als zijzelf. Ze kon zich de laatste keer dat ze haar gedachten vrijelijk met een collega had kunnen delen zonder bang te zijn belachelijk te worden gemaakt of gekleineerd te worden niet herinneren

Ze kon nu al merken dat Ellington gemakkelijk was om tegen te praten, en dat hij de mening van anderen wist te waarderen. En eerlijk gezegd schaadde het ook niet dat hij leuk was om naar te kijken.

“Ik heb het gevoel dat je op de goede weg bent,” zei Ellington. “Ik denk dat we met z'n tweetjes deze kerel kunnen pakken. Kijkend naar de informatie over de knopen, het feit dat hij een busje of vrachtwagen bestuurt en blijkbaar elke keer hetzelfde wapen gebruikt, is genoeg om mee aan de slag te gaan. Ik kijk ernaar uit om met u aan deze zaak te werken, detective White.”

“Van hetzelfde” ' zei ze, terwijl ze vanuit haar ooghoek naar hem gluurde terwijl hij plichtsgetrouw e-mails op zijn telefoon bleef lezen.

Haar opwinding bleef bloeien; ze voelde een gevoel van motivatie dat ze al heel lang niet gevoeld had voor haar werk. Ze voelde zich geïnspireerd, nieuw leven ingeblazen, en dat haar leven zouden veranderen.

*

Iets meer dan een uur later keerde Mackenzie weer snel terug in de realiteit terwijl ze toekeek hoe FBI-agent Jared Ellington in de vergaderruimte voor lokale politie stond, die duidelijk van mening waren dat ze zijn hulp niet nodig hadden. Een paar die aan tafel zaten maakten aantekeningen, maar er hing een spanning in de lucht die op een ieders gezicht af te lezen was. Ze merkte, dat Nelson die aan het hoofd van de vergadertafel zat, nerveus was en niet op zijn gemak zat. Het was uiteindelijk zijn beslissing geweest om contact op te nemen met de FBI, en het was duidelijk dat hij niet zeker wist of dit de juiste keuze was geweest.

 

Ondertussen deed Ellington zijn best om de controle over de vergaderzaal te houden terwijl hij een kort praatje hield waarin hij hetzelfde besprak wat hij en Mackenzie hadden besproken onderweg van het vliegveld - dat ze op zoek waren naar een moordenaar die waarschijnlijk een afkeer had van seks en trots was op de moorden. Hij gaf ook een overzicht van alle aanwijzingen die ze moesten doorlopen en wat ze zouden kunnen betekenen. Pas toen hij het onderwerp van het analyseren van het hout van de palen ter sprake bracht, kreeg hij enige vorm van reactie van de agenten die verspreid aan de tafel zaten.

"Met betrekking tot de houtmonsters," zei Nelson, "daar moeten we binnen enkele uren het resultaat van binnen hebben."

“Wat heb je daar eigenlijk aan?” vroeg Porter.

Nelson keek naar Mackenzie en knikte en gaf haar toestemming om die vraag te beantwoorden. "Welnu, op basis van de resultaten kunnen we een onderzoek doen bij lokale houtkapbedrijven of fabrieken en nagaan of iemand onlangs dat bepaalde type paal heeft gekocht."

“Dat lijkt me een schot in het donker” zei een oudere agent achter in de kamer.

"Dat is het ook," zei Ellington, die snel de controle over de vergaderzaal terug nam.

“Maar een schot in het donker is beter dan helemaal geen schot. En vergis u alstublieft niet; Ik ben hier niet om volledige controle over deze zaak te nemen. Ik ben hier alleen maar als een versterking van het team, een point-man om ervoor te zorgen dat jullie volledige toegang hebben tot alle bronnen die het Bureau kan bieden. Dat omvat onderzoek, mankracht en al het andere wat nodig is om deze moordenaar op te pakken. Ik ben hier slechts tijdelijk, waarschijnlijk niet meer dan zesendertig of achtenveertig uur, en dan ben ik weer weg. Dit is jullie show, jongens. Ik ben gewoon de ingehuurde hulp.”

“Dus waar beginnen we?” vroeg een andere agent.

“Ik zal samen met hoofdcommissaris Nelson na deze briefing beslissen hoe we jullie op de beste manier gaan inzetten,” zei Ellington. “We zullen een paar van jullie op pad sturen om met de collega's van Hailey Lizbrook te praten. En als ik het goed begrijp hebben we volledige autopsie resultaten en informatie over de overledene die gisteravond is ontdekt binnen. Zodra we een positieve identificatie hebben, zullen sommigen van jullie haar familie en vrienden moeten bezoeken om informatie te verzamelen. We hebben ook iemand nodig om contact op te nemen met de plaatselijke fabrieken wanneer we de resultaten van de houtmonsters terugkrijgen.”

Wederom viel het Mackenzie op dat het grootste deel van de politie rond de tafel een stijve houding aannam. Ze vond het moeilijk om te geloven dat ze te trots waren (of misschien, dacht ze, te lui) om directe orders aan te nemen van iemand die ze niet goed kenden, ongeacht zijn plaats in de voedselketen. Was de mentaliteit van de kleine stad moeilijk te doorbreken? Ze had zich dit vaak afgevraagd op de momenten dat ze door de meeste mannen in deze kamer respectloos werd behandelt sinds ze hier begonnen was met werken.

“Dat is alles wat ik heb voor nu.” zei Ellington. “Nog vragen?”

Natuurlijk waren er geen vragen. Nelson kwam overeind en voegde zich bij Ellington aan de voorkant van de kamer.

“Agent Ellington werkt samen met rechercheur White, dus als u hem nodig hebt, kunt u hem vinden in haar kantoor. Ik weet dat dit een beetje onorthodox is, maar laten we het nemen voor wat het is en ten volle profiteren van de vrijgevigheid van het Bureau.”

Er klonk gemompel en gemompel van erkenning toen de officieren van tafel opstonden en op weg gingen. Terwijl ze uit elkaar gingen zag Mackenzie dat een paar van hen haar met nog meer verwijt en kritiek aankeken dan normaal. Ze ontweek hun blikken en stond op om zich bij Nelson en Ellington aan de voorkant van de vergaderzaal te voegen.

“Is er iets dat ik moet weten?” vroeg Mackenzie aan Nelson.

“Wat bedoelt u?"

“Ik krijg vuilere blikken dan normaal,” zei ze.

“Vuile blikken?” vroeg Ellington. “Waarom kijken ze je meestal smerig aan?”

“Omdat ik een vastberaden, jonge vrouw ben die haar mening geeft,” zei Mackenzie. “Mannen hier zijn daar niet van gediend. Er zijn er een paar die vinden dat ik thuis moet blijven, in de keuken staan.”

Nelson zag er beschaamd uit en ook een beetje boos. Ze dacht dat hij misschien iets zou zeggen om zichzelf en zijn officieren te verdedigen, maar hij kreeg geen kans daartoe. Porter voegde zich bij hen en sloeg met het lokale dagelijkse nieuwsblad op tafel.

“Ik denk dat dit de reden is voor de vuile blikken” zei hij.

Ze keken allemaal naar de krant. Het hart van Mackenzie werd koud toen Nelson achter haar vloekte.

De kop van de voorpagina luidde: "VOGELVERSCHRIKKER MOORDENAAR NOG STEEDS OP VRIJE VOETEN." Daaronder luidde de ondertitel: "Belaagde politie lijkt geen antwoorden te hebben terwijl weer een nieuw slachtoffer is ontdekt.” De foto eronder toonde Mackenzie die net in de auto stapte waarin zij en Porter gisteren naar het veld waren gereden. De fotograaf had de hele linkerkant van haar gezicht vastgelegd. Het ergste was nog dat ze er best knap uitzag. Of ze het nu wilde toegeven of niet, deze foto die direct onder de krantenkop was geplaatst, schilderde haar in wezen af als het gezicht van het onderzoek.

“Dat is niet eerlijk,” zei ze, en haatte de manier waarop het uit haar mond klonk.

“De jongens denken dat je het erom doet,” zei Porter. “Ze denken dat je deze zaak alleen wilt oplossen voor de publiciteit.”

“Is dat ook jouw mening?” vroeg Nelson hem.

Porter deed een stap achteruit en zuchtte. “Persoonlijk niet. White heeft zich de afgelopen dagen bij mij bewezen. Ze wil deze man oppakken, wat er ook gebeurt.”

“Waarom kom je dan niet voor haar op?” zei Nelson. “Voer wat interferentie uit terwijl we wachten tot het laatste slachtoffer is geïdentificeerd en op de resultaten van dat houtmonster wachten.”

Porter zag eruit als een kind dat net was berispt omdat hij loog. Hij boog zijn hoofd en zei: “Ja mijnheer.” Hij liep weg zonder nog eens om te kijken.

Nelson keek opnieuw naar de krant en vervolgens naar Mackenzie. “Ik hoop dat je er het beste van maakt. Als de media dit onderzoek een knap gezicht wilt geven, laat ze dan maar hun ding doen. Je ziet er nog veel beter uit als je deze klootzak oppakt."

“Ja mijnheer.”

“Agent Ellington, wat heeft u van mij nodig?” vroeg Nelson.

“Alleen je beste detective.”

Nelson grijnsde en hief een duim op naar Mackenzie. “Daar kijk je naar.”

“Dan denk ik dat het goed komt.”

Nelson liep de vergaderruimte uit en liet Ellington en Mackenzie alleen. Mackenzie begon haar laptop en aantekeningen te verzamelen terwijl Ellington de kamer rondkeek. Het was duidelijk dat hij zich niet op zijn gemak voelde en niet zeker wist hoe hij met de situatie om moest gaan. Ze voelde zichzelf ook een beetje ongemakkelijk. Ze was blij dat iedereen weg was. Ze vond het leuk om alleen met hem te zijn; het gaf haar het gevoel dat ze een vertrouweling had, iemand die haar als een gelijke behandelde.

“Dus,” zei hij, “ze kijken echt op je neer omdat je jong bent en een vrouw?”

Ze haalde haar schouders op.

“Het lijkt er wel op. Ik heb rookies binnen zien komen, mannen, die ook best wat voor hun kiezen krijgen, maar ze worden nooit zo behandelt zoals ze tegen mij doen. Ik ben jong, gemotiveerd en volgens sommigen niet al te slecht om naar te kijken. Iets aan die combinatie schijnt ze enorm te storen. Het is gemakkelijker voor hen om me af te schrijven als de overambitieuze trut dan een vrouw van onder de dertig die een betere werkethiek heeft dan zij.”

“Dat is jammer,” zei hij.

“Ik heb de afgelopen dagen een kleine verandering gevoeld,” zei ze. “Vooral Porter lijkt bij te draaien."

“Nou, laten we deze zaak oplossen en ervoor zorgen dat iedereen bij draait,” zei Ellington. "Kun je ervoor zorgen dat alle foto’s van beide plaatsen delict naar jouw kantoor worden gebracht?”

“Ja,” zei ze. “Kom over ongeveer tien minuten maar naar me toe.”

“Prima.”

Mackenzie besloot daar en toen dat ze Jared Ellington iets te leuk vond voor haar eigen bestwil. De komende dagen met hem samenwerken zou uitdagend en interessant zijn, maar vanwege een hele andere reden dan de moordzaak.

HOOFDSTUK TWAALF

Mackenzie kwam net na zeven uur die avond thuis en besefte dat ze ieder moment weer opgeroepen kon worden. Er waren nu zoveel dingen aan de hand, zoveel verschillende sporen die mogelijk haar aandacht nodig hadden. Ze voelde haar lichaam moe worden. Ze had niet goed geslapen sinds ze het eerste plaats delict had bezocht en ze wist dat als ze zichzelf geen tijd gaf om te rusten, ze onhandige fouten zou maken tijdens het werk.

Toen ze door de deur liep, zag ze Zack op de bank zitten met de Xbox-controller in zijn hand. Een fles bier stond voor hem op de salontafel, en twee lege flesjes naast elkaar op de vloer. Ze wist dat hij een vrije dag had gehad en nam aan dat hij niets anders dan dit had gedaan. Ze bedacht dat hij zich als een onverantwoordelijk kind gedroeg en dit was absoluut niet waar ze op zat te wachten bij binnenkomst na een dag als vandaag.

“Hé schat,” zei Zack, nauwelijks opkijkend van de televisie.

“Hé,” zei ze droog, op weg naar de keuken. Toen ze het bier op de koffietafel had zien staan, had ze ook zin in een biertje gekregen. Maar ze voelde zich te uitgeput en gespannen, en besloot in plaats daarvan een kopje pepermuntthee te nemen.

Terwijl ze wachtte tot het water in de ketel kookte, liep Mackenzie de slaapkamer in en kleedde zich om. Ze had het avondeten volledig vergeten en werd plotseling geconfronteerd met het feit dat er heel weinig in huis was om te eten. Ze had al een tijdje geen boodschappen gedaan en ze wist zeker dat Zack er ook niet aan had gedacht om het te doen.

Nadat ze een sportbroek en T-shirt had aangetrokken liep ze terug naar het verleidelijke gefluit van de waterkoker. Terwijl ze het water over het theezakje goot, hoorde ze het gedempte geweervuur ​​van het spelletje van Zack. Ze was nieuwsgierig en wilde het onderwerp aansnijden om te zien hoe hij zou reageren, maar ze was niet in staat haar frustratie voor zichzelf te houden.

“Wat heb je voor het avondeten gedaan?” vroeg ze.

“Ik heb nog niet gegeten,” zei hij, zonder de moeite te nemen om weg te kijken van de televisie. “Ga je iets maken?”

Ze staarde naar zijn achterhoofd en vroeg zich even af ​​wat Ellington aan het doen was. Ze betwijfelde of hij videogames speelde, als een loser die nooit volwassen was geworden. Ze wachtte even, liet haar woede bekoelen en nam toen een stap de woonkamer in.

“Nee, ik maak niets. Wat heb je de hele middag gedaan?”

Ze kon zijn zucht zelfs horen door de explosies van het spel. Zack pauzeerde het spel en draaide zich eindelijk om en keek haar aan. “En wat moet dat in hemelsnaam precies betekenen?”

“Het was maar een vraag,” zei ze. “Ik vroeg wat je vanmiddag had gedaan. Als je niet dat stomme spelletje had gespeeld, had je misschien avondeten kunnen maken. Of op zijn minst een pizza kunnen halen of zo.”

“Het spijt me,” zei hij sarcastisch en met volume. “Hoe moet ik weten hoe laat je naar huis komt? Dat soort dingen communiceer je nooit met mij.”

“Wel, bel en vraag,” snauwde ze.

“Waarom in godsnaam?” vroeg Zack, terwijl hij de controller liet vallen en overeind kwam. “Die paar keer dat ik de moeite neem om je op je werk te bellen, gaat het telefoontje rechtstreeks naar je voicemail en je belt me nooit terug.”

“Dat komt omdat ik werk, Zack,” zei ze.

“Ik werk ook,” zei hij. “Ik sloof wat af in die verdomde fabriek. Je hebt geen idee hoe hard ik werk.”

“Ja, dat doe ik wel,” zei ze. “Maar vertel me dit: wanneer zag je me voor het laatst gewoon op mijn kont zitten? Ik kom thuis en sta meestal meteen je vuile kleren van de vloer op te rapen of de vuile vaat in de gootsteen af te wassen. En weet je wat, Zack? Ik werk ook hard. Ik werk verdomd hard en ik word elke dag geconfronteerd met shit waar een normaal mens aan onderdoor zou gaan. Ik hoef niet thuis te komen om een klein kind aan te treffen dat videogames speelt en vraagt ​​wat we eten.”

“Klein kind?” vroeg hij, nu bijna schreeuwend.

 

Mackenzie was niet van plan geweest om zo ver te gaan, maar ze kon zich niet meer inhouden. Dit was de keiharde en naakte waarheid die ze nu al maanden had opgekropt en nu het eruit was, voelde ze zich opgelucht.

“Zo lijkt het soms,” zei ze.

“Jij.. kutwijf!”

Mackenzie schudde haar hoofd en deed een stap achteruit. “Je hebt drie seconden om dat terug te nemen,” zei ze.

“Och, loop naar de hel,” zei Zack, die om de bank heen liep en naar haar toekwam. Ze zag dat hij ruzie met haar wilde maken, maar hij wist beter dan dat. Hij wist dat ze van hem kon winnen; het was iets dat hij haar altijd verweet wanneer hij aan het klagen was over dingen die hem ongelukkig maakten in hun relatie.

“Pardon?” vroeg Mackenzie, bijna in de hoop dat hij agressief zou worden en haar zou slaan. En terwijl ze dat voelde, voelde ze ook heel duidelijk iets anders: hun relatie was voorbij.

“Je hebt me wel gehoord,” zei hij. “Jij bent niet gelukkig, en ik ook niet. Dat is al een tijdje zo, Mackenzie. En eerlijk gezegd ben ik het zat om het te verdragen. Ik ben het zat om op de tweede plaats te komen en ik weet dat ik niet kan concurreren met je werk.”

Ze zei niets, ze wilde niets zeggen om hem nog meer te provoceren. Misschien zou ze geluk hebben en zou dit argument snel voorbij zijn, waardoor ze het einde zouden bereiken dat ze allebei wilden, zonder een uitgebreid knock-down-drag-out gevecht.

Uiteindelijk zei ze alleen maar: “Je hebt gelijk. Ik ben niet gelukkig. Op dit moment heb ik geen tijd voor een inwonend vriendje. En ik heb zeker geen tijd voor argumenten zoals deze.”

“Oh nou, sorry dat ik je tijd heb verspild,” zei Zack zacht. Hij pakte zijn bierfles, dronk deze in een teug leeg en zette het hard op tafel, zo hard dat Mackenzie dacht dat het glas zou breken.

“Ik denk dat je nu maar moet vertrekken,” zei Mackenzie. Ze hield oogcontact met hem en hield zijn blik vast, zodat hij zou weten dat dit niet onderhandelbaar was. In het verleden hadden ze ook ruzie gehad waarna hij bijna zijn spullen had ingepakt en was vertrokken. Maar deze keer moest het echt gebeuren. Deze keer zou ze ervoor zorgen dat er geen excuses waren, geen ‘zullen-we-het-goedmaken’ seks, geen manipulatieve gesprekken over hoe ze elkaar nodig hadden.

Zack keek uiteindelijk van haar weg met een woedende blik op zich gezicht. Hij zorgde er overdreven voor om een ​​paar centimeter ruimte tussen hen te laten toen hij langs haar heen naar de slaapkamer stampte. Mackenzie stond in de keuken en roerde driftig in haar thee.

Dus dit is wat ik ben geworden, dacht ze. Alleen, koud en emotieloos.

Ze fronste en haatte de onvermijdelijkheid van dit alles. Ze had ooit een mentor gehad die haar hiervoor had gewaarschuwd, hoe haar leven te druk en hectisch zou worden voor iets dat op een gezonde relatie leek als ze een ambitieuze carrière in de wetshandhaving zou nastreven.

Na een paar minuten hoorde Mackenzie dat Zack tegen zichzelf begon te mompelen. Terwijl de kastladen in de slaapkamer open en dicht gilngen, hoorde ze de termen verdomde teef, werk geobsedeerd en harteloze verdomde robot.

De woorden deden pijn (ze probeerde niet te doen alsof ze zo afgestompt was dat ze dat niet deden), maar ze schudde het van zich af. In plaats van zich daarop te concentreren, begon ze de rommel op te ruimen die Zack gedurende de dag had gemaakt. Ze ruimde de lege bierflessen op, waste af, en raapte een paar vuile sokken op terwijl de man die de puinhoop had gecreëerd, de man waar ze ooit verliefd op was geweest, vanuit de slaapkamer bleef vloeken en tieren.

*

Zack was om 8:30 uur vertrokken en een uur later lag Mackenzie in bed. Ze controleerde haar e-mails en zag dat er een paar rapporten heen en weer waren gezonden tussen Nelson en andere officieren, maar er was niets dat haar onmiddellijke aandacht behoefde. Tevreden met dat ze misschien een paar uren onafgebroken zou kunnen slapen, deed Mackenzie haar nachtlamp uit en sloot haar ogen.

Experimenteel stak ze haar hand uit en voelde de lege kant van het bed. Dat Zack's kant van het bed leeg was, was niet al te schokkend omdat hij er wel vaker niet was wanneer ze ging slapen, vanwege zijn wisseldiensten. Maar nu, wetende dat hij voorgoed weg was, leek het bed veel groter. Terwijl ze zich uitstrekte en de lege kant van het bed voelde, vroeg ze zich af wanneer ze gestopt was met van hem te houden. Het was minimaal een maand geleden, dat wist ze zeker. Maar ze had niets gezegd, in de hoop dat alles wat tussen hen had bestaan weer zou opduiken.

In plaats daarvan waren de dingen erger geworden. Ze had vaak gedacht dat Zack had gevoeld dat ze steeds afstandelijker werd, naarmate haar gevoelens voor hem verdwenen. Maar Zack was niet het type om zoiets te erkennen. Hij vermeed conflicten ten koste van alles en, hoewel ze het niet graag toe gaf, ze was er vrij zeker van dat hij zo lang mogelijk zou zijn gebleven, alleen omdat hij bang was voor verandering en te lui was om te vertrekken.

Terwijl ze al deze dingen overdacht, ging haar mobiele telefoon. Geweldig, dacht ze. Tot zover de slaap.

Ze knipte het licht weer aan, in de verwachting het nummer van Nelson of Porter op haar display te zien. Of misschien Zack, die haar zou vragen of hij alsjeblieft terug kon komen. In plaats daarvan zag ze een nummer dat ze niet herkende.

“Hallo?” zei ze en deed haar best om niet moe te klinken.

“Hallo, detective White,” zei een mannenstem. “Dit is Jared Ellington.”

“Oh, hallo.”

“Heb ik te laat gebeld?”

“Nee,” zei ze. “Hoe gaat het? Heb je nieuws?”

“Nee, ik ben bang van niet. Ik heb vanavond bericht gekregen dat we pas morgenochtend de resultaten van dat hout hebben.”

“Nou, dan weten we tenminste hoe de dag zal beginnen,” zei ze.

“Precies. Maar luister, ik vroeg me af of je met me zou willen ontbijten,” zei hij. “Ik wil graag de casus details met je doornemen. Ik wil ervoor zorgen dat we op dezelfde pagina zijn en zelfs het kleinste detail niet missen.”

“Natuurlijk,” zei ze. “Hoe laat ga je-”

Ze stopte en keek naar haar slaapkamerdeur.

Heel even had ze iets horen bewegen. Ze had die verdomde vloerplaat weer horen kraken. Sterker nog, ze had ook een schuifelend geluid gehoord. Langzaam kwam ze uit bed, ze hield de telefoon nog steeds tegen haar oor.

“White, ben je er nog?” vroeg Ellington.

“Ja, ik ben er nog,” zei ze. “Sorry. Ik vroeg hoe laat je me zou willen ontmoeten.”

“Wat dacht je van zeven uur bij Carol’s Hoekje? Ken je dat?”

“Ja dat weet ik te vinden” zei ze, terwijl ze naar de deuropening liep. Ze keek naar buiten en zag alleen schaduwen en donkere, gedempte contouren. “En zeven uur klinkt goed.”

“Geweldig,” zei hij. “Ik zie je dan.”

Ze hoorde hem nauwelijks nog terwijl ze vanuit de slaapkamer de kleine gang in liep die naar de keuken leidde. Toch slaagde ze erin om nog een ​​”Klinkt goed” te mompelen voordat ze ophing.

Ze klikte het ganglicht aan waardoor de keuken zichtbaar werd en de woonkamer zwak verlicht. Net als enkele nachten geleden was er niemand. Maar voor de zekerheid liep ze de woonkamer in en deed het licht aan.

Natuurlijk was er niemand. De kamer bood geen plaats om zich te verstoppen en het enige dat was veranderd, was de ontbrekende Xbox die Zack had meegenomen. Mackenzie keek nog een keer de kamer rond en was niet blij met het feit dat ze zich zo nerveus had gedragen. Ze liep over de krakende plank, testte het geluid en vergeleek het met wat ze had gehoord.

Ze controleerde het slot op de voordeur en liep terug naar haar slaapkamer. Ze keek nog een keer achterom voordat ze het licht uitdeed en weer in bed ging liggen. Voordat ze haar lamp uitdeed, haalde ze haar dienstpistool uit het nachtkastje en legde het er bovenop, binnen handbereik.

Ze keek ernaar in de duisternis van de slaapkamer, wetende dat ze het niet nodig had, maar ze voelde zich veiliger nu het daar was, in het volle zicht.