De perfecte echtgenote

Tekst
0
Recenzje
Przeczytaj fragment
Oznacz jako przeczytane
Czcionka:Mniejsze АаWiększe Aa

HOOFDSTUK VIER

Jessie was kort van adem en haar hart klopte razendsnel. Ze was laat voor de les. Dit was haar eerste bezoek aan de campus van de University of California in Irving en het was een uitdaging geweest om haar klaslokaal te vinden. Nadat ze de laatste vierhonderd meter in de broeierige, late ochtendzon de campus doorkruist had, baande ze zich nu een weg door de deur. Er stonden kleine druppeltjes zweet op haar voorhoofd en haar topje was klammig.

Professor Warren Hosta, een grote, magere man met een wantrouwende blik en een eenzame, droevige pluk grijs-zwart haar op zijn hoofd, was duidelijk in het midden van een zin toen ze om 10:04 de zaal binnenstormde. Ze had geruchten gehoord over zijn ongeduld en zijn over het algemeen botte houding en hij stelde niet teleur. Hij stopte en wachtte tot ze was gaan zitten terwijl hij haar de hele tijd aanstaarde.

“Mag ik verdergaan?” vroeg hij sarcastisch.

Goed begin, Jessie. Fantastische eerste indruk dat je maakt.

“Sorry, professor,” zei ze. “De campus is nieuw voor me. Ik was de weg even kwijt.”

“Ik hoop dat je vaardigheden voor speurwerk beter zijn dan je richtingsgevoel,” antwoordde hij neerbuigend en ging dan verder met de les. “Zoals ik net zei: voor de meesten onder jullie zal dit de laatste cursus zijn voor jullie het masterdiploma forensische psychologie behalen. Het zal niet gemakkelijk zijn.”

Jessie opende haar rugzak zo stil mogelijk om een pen en een schrift eruit te halen, maar het geluid van de rits die stukje voor stukje geopend werd, leek door de hele zaal te weerklinken. De professor keek zijlings naar haar, maar stopte niet met praten.

“Ik deel zo meteen de syllabus uit,” zei hij. “Maar eigenlijk wordt het volgende van jullie verwacht. Bovenop het standaard schoolwerk en de examens die daarbij komen kijken, zullen zij die nog geen thesis gemaakt hebben, hun thesis schrijven en verdedigen. Bovendien zal iedereen - of je thesis al af is of niet - een practicum moeten afleggen. Sommige studenten zullen toegewezen worden aan een gevangenis, ofwel het California Institute for Men in Chino, ofwel het California Institute for Women in Corona. In beide instellingen zijn er een aantal misdadigers die gewelddadige feiten gepleegd hebben te vinden. Andere studenten zullen de hoge risico unit van het DSH-Metropolitan bezoeken. Dit is een staatsziekenhuis in Norwalk. Zij behandelen geesteszieke criminelen, maar ongerustheid voor de lokale gemeenschap zorgt ervoor dat het ziekenhuis geen patiënten aanvaardt met een achtergrond van moord, seksuele misdaden of ontsnappingspogingen.”

Een onzichtbare stroom elektriciteit bewoog zich doorheen de zaal toen alle studenten naar elkaar keken. Dit is waar ze op gewacht hadden. De rest van de les was vrij rechttoe rechtaan, met een beschrijving van het werk voor de cursus en meer informatie over het schrijven van de thesis.

Jessie had gelukkig haar thesis al geschreven en verdedigd toen ze nog op USC zat, dus besteedde ze niet veel aandacht aan dat deel van de les. In plaats daarvan gingen haar gedachten terug naar de vreemde brunch en het feit dat ze zo van haar stuk gebracht was, ondanks alle warmte en vrijgevigheid.

Pas toen het weer over het practicum ging, keerde haar aandacht terug naar de les. Studenten vroegen praktische en academische vragen. Jessie had zelf een vraag, maar besloot om te wachten tot na de les. Ze stelde de vraag liever niet voor de hele groep.

De meeste van haar medestudenten wilden duidelijk in een van de gevangenissen werken. Het feit dat gewelddadige misdadigers door de gemeenschap uitgesloten waren in het ziekenhuis leek deze instelling minder populair te maken bij de studenten.

Uiteindelijk gaf professor Hosta aan dat de les uit was en de zaal liep leeg. Jessie stak haar schrift heel langzaam weer in haar rugzak terwijl enkele studenten vragen stelden aan Hosta. Pas toen iedereen de zaal verlaten had en de professor zelf op het punt stond om te ervandoor te gaan, sprak Jessie hem aan.

“Nogmaals sorry dat ik zo laat was, professor Hosta,’ zei ze en ze probeerde niet te onderdanig te klinken. Na het bijwonen van een les had ze al de indruk gekregen dat Hosta een hekel had aan kruiperig gedrag. He leek een voorkeur te hebben voor leergierigheid, zelfs als die grensde aan botheid in plaats van eerbiedigheid.

“Je klinkt niet echt verontschuldigend, mevrouw …” merkte hij op en hij trok een wenkbrauw omhoog.

“Hunt, Jessie Hunt. En ik geef toe dat ik me niet erg schuldig voel,” gaf ze toe en besliste op dat ogenblik dat ze meer succes zou hebben met deze man als ze rechtuit sprak tegen hem. “Ik nam alleen aan dat het beter was om beleefd te zijn als ik een antwoord wilde op mijn eigenlijke vraag.”

“En die is…?” vroeg hij, zijn wenkbrauwen omhoog getrokken in een uitdrukking van verraste nieuwsgierigheid.

Ze had zijn aandacht.

“Ik merkte dat u zei dat DSH-Metro geen patiënten aanvaardt met een achtergrond van geweld.”

“Dat is correct,” zei hij. “Dat is hun beleid. Ik heb simpelweg hun website geciteerd.”

“Maar professor, we weten allebei dat dat niet helemaal de waarheid is. Het Norwalkziekenhuis heeft een kleine, gesloten afdeling voor patiënten die afschuwelijke misdaden hebben gepleegd, inclusief seriemoorden, verkrachting en allerlei overtredingen met kinderen als slachtoffer.”

Hij keek haar lange tijd onbewogen aan voor hij antwoordde.

“Volgens het departement van staatsziekenhuizen zijn dat soort van gevallen in behandeling in het DSH-Atascadero in San Luis Obispo,” antwoordde hij met een uitdrukkingsloos gezicht. “Bij Metro worden geen gewelddadige daders behandeld. Ik weet niet waar je die informatie vandaan haalt.”

“U weet het wel,” zei Jessie met veel meer zelfvertrouwen dan ze zelf verwacht had. “De afdeling heet de Non-Rehabilitative Division, of kortweg NRD. Maar dat is de saaie benaming die gebruikt wordt voor publieke consumptie. Intern en in de kringen van de criminele justitie staat de NRD bekend als de “hoge risico” unit van DSH-Metro. Ik merkte op dat u deze benaming gebruikte tijdens de les.”

Hosta antwoordde niet. In plaats daarvan bestudeerde hij haar enkele seconden ondoorgrondelijk voor hij een subtiele glimlach toeliet op zijn gezicht. Dit was de eerste keer dat ze iets zoals een glimlach op zijn gezicht zag verschijnen.

“Loop even mee,’ zei hij en hij maakte een gebaar om aan te geven dat ze de zaal moest verlaten. “Je wint de speciale prijs, mevrouw Hunt. Het is drie semesters geleden dat een student de laatste keer mijn kleine woordtrucje opgemerkt heeft. Iedereen is zo teleurgesteld door de regels van de gemeenschap dat niemand zich achteraf afvraagt waar de benaming hoge risico instelling vandaan komt. Maar je kende de NRD duidelijk al lang voor je vandaag de les binnenliep. Wat weet je erover?”

“Nou,” begon ze voorzichtig, “Ik studeerde tijdens de eerste semesters aan de USC en daar is het bestaan van de NRD zo een beetje een publiek geheim omdat het zo dichtbij is.

“Mevrouw Hunt, nu ben je dingen aan het verbergen. Het is geen publiek geheim. Zelfs binnen ordehandhaving en de psychiatrische gemeenschap is dit een goed bewaakt geheim. Ik zou schatten dat er minder dan tweehonderd mensen in de regio op de hoogte zijn van het bestaan van de afdeling. En maar de helft daarvan weet wat er echt gaande is in deze instelling. Maar om een of andere reden ben jij hiervan op de hoogte. Leg me dat alsjeblieft uit. En deze keer iets minder voorzichtige terughoudendheid.”

Nu was het de beurt aan Jessie om te beslissen hoeveel informatie ze wilde delen.

Je bent nu zover gekomen. Je kan al evengoed de laatste stap zetten.

“Het was het onderwerp van mijn thesis,” zei ze. “Ik werd bijna van school gestuurd daardoor.”

Hosta bleef stilstaan en keek haar even verbijsterd aan voor hij zichzelf weer een beheerste houding gaf.

“Dus dat was jij?” vroeg hij en hij klonk onder de indruk terwijl hij verder door de hal liep. “Die thesis is legendarisch volgens degenen die hem gelezen hebben. Als ik het me goed herinner, was de titel iets in de trant van ‚De invloed van lange termijn gevangenschap met rehabilitatie als doel op geesteszieke misdadigers.’ Maar niemand heeft kunnen ontdekken wie de echte onderzoeker was. Er waren immers geen gegevens te vinden voor een ‚Jane Don’t.’”

“Ik moet toegeven dat ik trots ben op die naam. Maar het was niet mijn beslissing om een valse naam te gebruiken.” gaf Jessie toe.

“Wat bedoel je?” vroeg Hosta en hij was duidelijk nieuwsgierig.

Jessie vroeg zich af of ze nog binnen de grenzen was van wat ze mocht zeggen. Maar ze herinnerde zich de reden waarom ze in de eerste plaats de opdracht had gekregen om samen te werken met Hosta en ze besliste dat er geen reden was om bedeesd te zijn.

“De adviseur van mijn richting gaf de thesis aan de decaan,” verklaarde ze. “Hij haalde er onmiddellijk enkele personen van ordehandhaving en de medische wereld bij. Ik mag deze personen enkel vermelden onder de noemer ‚het panel’. Ik werd negen uur lang ondervraagd zodat ze konden constateren dat ik werkelijk een academisch onderzoek aan het schrijven was en niet in het geheim een journalist was, of nog iets ergers.”

“Dat klinkt spannend,” zei Hosta. Hij zei het in alle ernst.

“Zo klinkt het misschien. Maar toen was griezelig een woord dat meer van toepassing was. Uiteindelijk beslisten ze dat ze me niet zouden arresteren. Zij waren immers degenen die de geheime, psychiatrische gevangenis hadden, niet ik. De school ging ermee akkoord dat ik technisch gezien niets verkeerd had gedaan en besloten me niet te schorsen, hoewel alles in mijn thesis als geheim werd geklasseerd. Het departement besliste dat mijn verhoor door de autoriteiten dienst kon doen als de verdediging van mijn thesis. En ik heb verschillende documenten ondertekend met de belofte dit onderwerp nooit met iemand te bespreken, inclusief mijn echtgenoot, of ik zou kunnen worden vervolgd. Ze hebben me wel niet verteld wat de aanklacht zou kunnen zijn.”

 

“Hoe komt het dan, mevrouw Hunt, dat we nu dit gesprek voeren?”

“Ik kreeg een … laten we het een vrijstelling noemen. Ik mocht mijn opleiding voortzetten en mijn eigen voorwaarden daarvoor stellen. Maar om mijn opleiding af te maken, moest mijn nieuwe departementsadviseur op zijn minst oppervlakkig op de hoogte gebracht worden van wat ik geschreven had. De hogere machten bekeken de faculteiten aan alle universiteiten in Orange County en kwamen tot de conclusie dat enkel u voldeed aan hun voorwaarden. De school heeft een masterprogramma in criminele psychologie. U bent de directeur daarvan. U heeft een band met de NRD en heeft daar veldwerk verricht. U heeft het instituut zelfs opgezet als een optie voor het practicum voor de zeldzame gevallen dat een student interesse toont en veelbelovend is. U bent mijn enige optie in een straal van tachtig kilometer.”

“Ik neem aan dat ik me vereerd moet voelen. En wat als ik weiger om je departementsadviseur te worden?” vroeg hij.

“U hoort bezoek ontvangen te hebben van iemand die het panel vertegenwoordigt om hierover te praten - hoe dit in uw voordeel kan zijn, enz. Het verbaast me dat dat niet gebeurd is. Ze zijn meestal heel erg grondig.”

Hosta dacht even na.

“Ik heb verschillende e-mails en een spraakbericht ontvangen van een zekere dokter Ranier,” zei hij. “Maar ik herkende de naam niet, dus ik heb ze genegeerd.”

“Ik raad u aan om het bericht te beantwoorden, professor,” stelde Jessie voor. “Het is mogelijk dat het om een pseudoniem gaat van iemand die u al kent.”

“Dat zal ik doen. In elk geval ga ik ervan uit dat ik niet het verplichte papierwerk zal moeten verrichten om u een toelating te geven om uw practicum af te leggen bij de NRD?”

“Het practicum daar afleggen was de bijzondere voorwaarde die ik eerder vermeldde. Het is de reden waarom ik de geheimhoudingsovereenkomst zonder al te veel ophef heb ondertekend.” zei Jessie en ze kon de opwinding in haar stem niet verbergen. “Ik wacht hier al bijna twee jaar op.”

“Twee jaar?” vroeg Hosta verbaasd. “Als u uw thesis zo lang geleden hebt geschreven, waarom hebt u dan uw diploma nog niet behaald?”

“Dat is een lang verhaal dat ik een andere keer zal vertellen. Kan ik er alvast vanuit gaan dat ik uw goedkeuring heb om mijn practicum af te leggen bij DSH-Metro, specifiek in de NRD?”

“Als uw verhaal klopt, ja,” zei hij toen ze de deur van zijn kantoor bereikten. Hij opende de deur, maar nodigde haar niet uit om binnen te komen. “Maar ik moet de vraag stellen die ik aan alle studenten stel die vragen om hun veldwerk daar te doen - weet u zeker dat u het wil doen?”

“Hoe kunt u dat vragen, na wat ik u net verteld heb?”

“Omdat het één zaak is om over de mensen die daar opgesloten zitten te lezen,” antwoordde hij. “Maar het is heel wat anders om met ze om te gaan. Het wordt snel heel intens. Ik begrijp uit wat u geschreven heeft in uw thesis dat u meer weet over enkele van de gevangenen die in de instelling wonen?”

“Ik weet meer over enkele van hen. Ik weet dat Delmond Stokes, een serieverkrachter uit Bakersfield in de instelling zit. En de moordenaar van verschillende kinderen die vorig jaar werd gearresteerd door die politieagente op pensioen is er ook. En ik ben er vrij zeker van dat Bolton Crutchfield daar vastzit.”

Hosta staarde haar aan, alsof hij aan het beslissen was of hij haar wel of niet zou vertellen wat hij aan het denken was. Uiteindelijk leek hij een beslissing genomen te hebben.

“Dat is de gevangene die je wil observeren, nietwaar?”

“Ik geef toe dat ik nieuwsgierig ben,” zei Jessie. “Ik heb veel verhalen over hem gehoord. Ik weet niet hoeveel daarvan de waarheid zijn.”

“Een verhaal dat zeker waar is, is dat hij over een periode van een zestal jaar negentien mensen op brutale wijze vermoord heeft. Zelfs als alle andere verhalen leugens zijn, is dat nog steeds een feit. Verlies dat nooit uit het oog.”

“Heeft u hem ooit ontmoet?” vroeg Jessie.

“Ik heb hem ontmoet. Ik heb hem tweemaal geïnterviewd.”

“En wat was uw indruk van hem?”

“Mevrouw Hunt, dat is een lang verhaal dat ik op een andere keer zal moeten vertellen, herhaalde hij haar eigen woorden. “Voorlopig zal ik alvast contact opnemen met Dr Ranier en nagaan of je te goeder trouw bent. Als dat zonder problemen verloopt, zal ik contact met je opnemen om je practicum te organiseren. Ik weet dat je zo snel mogelijk zal willen beginnen.”

“Liefst morgen al, als dat mogelijk was.”

“Wel, het zal iets langer duren. Probeer ondertussen niet te ongeduldig te zijn. Goedendag verder, mevrouw Hunt.”

En daarmee sloot hij de deur naar zijn kantoor en liet hij Jessie in de hal staan. Ze draaide zich om en wou ervandoor gaan. Terwijl ze om zich heen keek, besefte ze dat ze zo in het gesprek was opgegaan dat ze niet op haar omgeving had gelet. Ze wist niet waar ze was.

Ze bleef even staan en beeldde zichzelf in dat ze oog in oog stond met Bolton Crutchfield. Die gedachte was zowel opwindend als beangstigend. Ze had al langer de wens - nee, de behoeft - om met hem te praten. De mogelijkheid dat dat nu snel zou gebeuren, deed haar tintelen van anticipatie. Ze had antwoorden nodig op vragen waarvan niemand zelfs wist dat ze deze wou stellen. En hij was de enige die de antwoorden had. Maar ze wist niet zeker of hij haar vragen zou beantwoorden. En zelfs als hij daartoe bereid was, wat zou hij daarvoor in ruil vragen?

HOOFDSTUK VIJF

Jessie was zo opgewonden dat ze Kyle opbelde onderweg naar huis, hoewel ze wist dat hij het altijd razend druk had overdag en hij bijna nooit zijn telefoon beantwoordde. Dat was nu ook het geval, maar ze kon het niet laten om een bericht achter te laten.

“Hoi, schat,” zei ze na de pieptoon. “Ik wilde je alleen vertellen dat mijn dag heel goed ging. De professor is een interessante figuur, maar ik denk dat ik goed met hem zal kunnen samenwerken. En ik hoop snel met mijn practicum te kunnen beginnen, misschien zelfs deze week al, als alles lukt. I duizel er zelfs een beetje van. Ik hoop dat jouw dag even goed gaat. Ik wil graag een speciaal diner voor ons beiden klaarmaken vanavond, zeker nu we eindelijk de dozen met de potten en pannen gevonden hebben. Zeg me om hoe laat je thuiskomt en ik maak iets lekkers voor ons klaar. We kunnen een van die flessen wijn openen die we opzij gehouden hebben en misschien kunnen we aan ons plan voor gezinsuitbreiding werken. Oké, tot snel. Ik hou van je.”

Ze stopte onderweg bij Bristol Farms en kocht enkele branzino zeebaarzen. Die wilde ze vullen en in hun geheel klaarmaken. Ze vond ook aspergebroccoli die er goed uitzag en nam daar wat van mee. En toen ze naar de kassa liep, zag ze ook nog wat fingerling aardappelen die ze mee grabbelde. Ze kwam in de verleiding om ook iets decadents als dessert mee te nemen, maar wist dat Kyle doorgedreven aan het trainen was en daarom geen dessert zou eten. Bovendien hadden ze nog wat Italiaans ijs in de diepvries en dat was al even goed. Toen ze aan de kassa kwam, was het hele menu al gepland in haar hoofd.

*

Jessie keek naar de borden vol eten die niet aangeraakt werden op de tafel in de eetkamer. Dan keek ze voor de derde keer in vijf minuten tijd naar haar telefoon. Het was 7:13 en ze had nog niets gehoord van Kyle. Hij had haar vlak nadat ze het spraakbericht had achtergelaten een bericht gestuurd waarin hij geschreven had dat de plannen voor het diner fantastisch klonken en dat hij verwachtte dat hij die avond om 6:30 thuis zou zijn. Maar het was nu bijna vijfenveertig minuten later en hij was nog steeds niet thuis. Wat erger was, was dat hij haar niets had laten weten.

Ze had alles zo georganiseerd dat het eten warm op tafel zou staan om 6:45, voor het geval hij een beetje later was. Maar hij was niet komen opdagen. In de tussentijd had ze hem twee berichten en een spraakbericht gestuurd. En nog steeds had ze na zijn eerste bericht niets meer van hem gehoord. Nu lagen de vissen op tafel. Ze waren koud en keken haar met onsympathieke ogen aan.

Om 7:21 belde hij eindelijk. Ze kon het lawaai op de achtergrond horen en wist meteen, nog voor hij begon te praten, dat hij in een bar was.

“Hoi, Jess,” riep hij boven de muziek uit. “Sorry dat ik je zo laat bel. Hoe gaat het met je?”

“Ik was ongerust,” zei ze en ze probeerde de frustratie niet in haar stem te laten klinken.

“O, sorry,” zei hij en hij klonk niet erg berouwvol. “Ik wou je niet ongerust maken. Er is op het laatste moment iets tussengekomen. Teddy belde me rond zes uur op en zei dat hij nog wat potentiële klanten voor me had. Hij vroeg me of ik samen met hem en die mannen naar Sharkie’s wou gaan, een bar in de haven. Ik vond dat ik zo'n kans niet kon laten liggen. Ik ben nog steeds de nieuwe op kantoor, weet je wel?”

“Kon je dan niet bellen om iets te laten weten?”

“Mijn fout,” riep hij. “Alles ging zo snel dat ik het helemaal uit het oog verloren ben. Ik kon nu pas wegglippen om je op te bellen.”

“Ik heb een groot diner klaargemaakt, Kyle. We gingen vanavond vieren, weet je nog? Ik heb een fles wijn van honderd dollar geopend. Het was de bedoeling dat het een romantische avond zou worden.”

“Ik weet het,” zei hij. “Maar ik kan hier niet weg. Ik denk dat ik Teddy’s vrienden allebei als klant kan binnenhalen. En we kunnen nog steeds wat werken aan die gezinsuitbreiding wanneer ik thuis ben later.”

Jessie zuchtte diep om haar stem kalm te kunnen houden toen ze antwoordde.

“Het zal laat zijn als je terug bent,” zei ze. “Ik zal moe zijn en half dronken. Dit is niet hoe ik me de avond had voorgesteld.”

“Luister, Jessie. Het spijt me dat ik niet gebeld heb. Maar wil je echt dat ik een kans als deze zomaar laat schieten? Ik ben niet zomaar shots aan het achteroverslaan. Ik ben zaken aan het doen en tegelijkertijd ook nieuwe vrienden aan het maken. Ga je me dat verwijten?”

“Ik neem aan dat ik aan het ontdekken ben waar je prioriteiten liggen,” antwoordde ze.

“Jessica, jij bent altijd mijn hoogste prioriteit,” verzekerde Kyle. “Ik probeer gewoon een evenwicht te vinden. Blijkbaar heb ik iets verkeerd gedaan. Ik beloof dat ik om negen uur thuis ben, oké? Past dat in je planning?”

Wat hij zei klonk in eerste instantie oprecht, maar die laatste zin droop van sarcasme en afkeer. De emotionele muur die Jessie tussen hem en haarzelf had opgebouwd was traag aan het afbrokkelen geweest, tot ze hem die woorden hoorde zeggen.

“Doe wat je wil,” zei ze bruusk en ze beëindigde het gesprek.

Ze stond op en zag een glimp van zichzelf in de spiegel in de eetkamer. Ze droeg een blauwe, satijnen avondjurk met een diepe halsuitsnijding en een split langs de rechterzijde die van haar bovenbeen naar beneden liep. Haar haar was samengebonden in een nonchalante knot die ze wou losmaken als onderdeel van het verleidingsplan na het diner. Omdat ze schoenen met hakken droeg was ze nu meer dan een meter tachtig, in plaats van haar normale één meter zevenenzeventig.

Alles voelde plots zo lachwekkend. Alsof ze een droevig verkleedspelletje aan het spelen was. Als puntje bij paaltje kwam, was ze niet meer dan een van de vele huisvrouwen die wachten tot hun echtgenoot thuiskomt om hun leven zin te geven.

Ze nam de borden en bracht ze naar de keuken, waar ze beide maaltijden bij het afval wierp, de vissen nog in één stuk. Ze trok haar jurk uit en trok een trainer aan. Daarna ging ze naar de eetkamer, nam de opengemaakte fles Shiraz, en schonk zichzelf een glas vol tot aan de rand. Ze nam een slok terwijl ze op weg was naar de woonkamer.

Ze plofte op de bank, zette de tv aan en keek naar iets wat leek op een marathon van Life Below Zero, een reality reeks over mensen die vrijwillig in een afgelegen deel van Alaska gaan wonen. Ze rechtvaardigde haar keuze door tegen zichzelf te zeggen dat het haar zou helpen om te beseffen dat er mensen op de wereld zijn die veel slechter af zijn dan zijzelf in haar chique huis in Zuid-California met haar dure wijn en haar flatscreentelevisie van 44 cm.

 

Tijdens de derde aflevering en halverwege de fles wijn viel ze in slaap.

*

Ze werd wakker toen Kyle haar schouder zachtjes schudde. Met half gesloten ogen kon ze zien dat hij aangeschoten was.

“Hoe laat is het?” mompelde ze.

“Iets na elf.”

“Ging je niet thuis zijn om negen?” vroeg ze.

“Het is wat later geworden,” zei hij schaapachtig. “Luister, schat. Ik weet dat ik had moeten bellen. Dat was niet oké. Het spijt me echt.”

“Oké,” zei ze. Haar mond was droog en ze had hoofdpijn.

Hij aaide met zijn vinger over haar arm.

“Ik wil het graag goedmaken,” stelde hij voor.

“Vanavond niet, Kyle,” zei ze, zijn hand van zich af schuddend terwijl ze ging staan. “Ik heb er geen zin in. Zelfs niet een beetje. Misschien kan je er volgende keer voor zorgen dat ik me niet voel als een achterafje. Ik ga slapen.”

Ze liep de trap op en ondanks de neiging om zich om te draaien om zijn reactie te zien, bleef ze toch verder lopen zonder nog iets te zeggen. Kyle zei niets. Ze kroop in bed zonder het licht uit te doen. Ondanks de hoofdpijn en de droge mond sliep ze binnen de minuut.

*

Jessie voelde dat een prikkelende tak tegen haar gezicht schraapte terwijl ze door het donkere bos rende. Het was winter en ze wist dat haar voetstappen zelfs op blote voeten luid zouden zijn door de droge bladeren bovenop de sneeuw. Hij zou de voetstappen hoogstwaarschijnlijk horen. Maar ze had geen keuze. Haar enige hoop was in beweging blijven en hopen dat hij haar niet zou vinden. Maar ze kende deze bossen niet goed en hij wel. Ze wist niet waar ze naartoe liep, volledig verloren en op zoek naar herkenningspunten. Haar benen waren te kort. Ze wist dat hij haar inhaalde. Ze kon zijn luide voetstappen horen en zijn diepe ademhaling. Ze kon zich nergens verstoppen.