Za darmo

Naakt model

Tekst
0
Recenzje
iOSAndroidWindows Phone
Gdzie wysłać link do aplikacji?
Nie zamykaj tego okna, dopóki nie wprowadzisz kodu na urządzeniu mobilnym
Ponów próbęLink został wysłany

Na prośbę właściciela praw autorskich ta książka nie jest dostępna do pobrania jako plik.

Można ją jednak przeczytać w naszych aplikacjach mobilnych (nawet bez połączenia z internetem) oraz online w witrynie LitRes.

Oznacz jako przeczytane
Czcionka:Mniejsze АаWiększe Aa

Henri. Maar dat wil ik óók niet, dat vráág ik ook niet: – ik heb met anderen geleefd, (met geringschatting zijn schouders ophalend) o ja – maar jou wil ik alles geven – àlles!

Helena (langzaam schuddend). Nee – ook wat jij mìj te geven had, heb je mij gegeven. Ik ben gekomen om te leeren – en ik heb geleerd – meer en anders dan ik dacht. O – er is zooveel door mij heengegaan, als ik daar lag! – jij spreekt van verlangen, Henri, maar ik heb zooveel verlangd – ! – Misschien ben ik hier anders – meer vrouw geworden – ja – en soms ben ik jaloersch geweest op je kunst! (bij een plotselinge beweging van Henri). Nee – nee: (naar de schilderij wijzend) voor jou wil ik alleen dat zijn, voor jou wil ik alleen een model en – een bezieling zijn geweest – dàt is mijn liefde voor jou.

Henri. En de andere liefde – ?!

Helena. Die zal ik gaan zoeken in de wereld – misschien is het nog niet te laat.

Henri (wanhopig). Maar dat wil ik niet! – ik wil je voor mij! – voor mij! —

Helena. O! – maak het me niet moeilijk Henri!

Henri (bruusk haar beide armen grijpend). Ik wil! – ik wil! begrijp je – ik wil…

Helena (is door zijn greep een oogenblik teruggezonken op de rustbank, maar staat dadelijk, na zich door een driftige beweging te hebben losgemaakt, weer op; – ontsteld verwijtend). Nee – zóó niet! – zóó niet! —

Henri (treedt verslagen terug, terwijl Helena zich herstelt en zich gereed wil maken te vertrekken; – na een oogenblik van stilte en vertwijfeling, zwak). O – maar ik kan mijn kunst toch een tijd laten rusten – wij kunnen toch reizen, Helena – samen, alleen voor elkaar – ver weg reizen – alleen voor elkaar – ?

Helena. Ah – ! laten we geen concessies doen – laten we niet laf worden!

Henri (voelend, dat thans alles verloren is, zinkt naast de rustbank neer en verbergt zijn hoofd in zijn handen).

Helena (zich na een oogenblik van weifelen bij hem zettend, zacht). Ik kàn geen concessies aan het leven doen, Henri – ! ik heb het nooit gekund! Ik weet wel: andere vrouwen zouden misschien anders doen – ik zeg niet, dat het beter of mooier is, wat ik doe – maar ik moet doen zooals ik voel – ik kan niet anders.

Henri (snikkend). Oh – ! —

Helena. Er zijn vrouwen, die alleen geboren schijnen, om kinderen voort te brengen, – en andere alleen om naast een man te leven – als vriendin of als verzorgster…

Henri. Of als verwoester!

Helena (hem even schuw over het haar strijkend). En er zijn vrouwen, die als wilde vlammen door het leven flikkeren, – maar je hebt ook vrouwen, die voor niets geboren schijnen – of misschien voor iets, dat wij nu nog niet kunnen zien – en zoo een was ik. En nu heb ik iets bereikt, iets gedaan – iets gegeven! en voel ik mezelf rijker – en misschien ook rijper geworden, – en daarvoor dank ik je Henri: ik dank je voor wat je mìj gegeven hebt.

Henri. Helena – !

Helena. In mij heb je het naakt gevonden, dat je zocht – zou je dat nu zelf weer willen – vertroebelen? En ik ben de bron geweest, waarin je de trekken zag van dat ideale droombeeld, dat je zocht en dat je nu in je ziel voor oogen hebt – als je het proefde, als je het dronk met je lippen, zou het breken, – en nu ik ga, zal het te mooier worden – dàt weet ik! (opstaand en naar de schilderij duidend). Dáár heb ik het gelaten – daar zal je dat droomgelaat schilderen – dat zal je – ! dat zàl je – !

Henri. Helena – ik heb je lief!

Helena (ontroerd, maar zich bedwingend). Ik kàn niet – ik mag niet – het zou een diefstal zijn aan jou, aan je kunst – aan ons beiden – een – een leugen.

Henri (aan de rustbank blijvend, terwijl Helena zich naar de deur wendt). En als – als de leugen eens achteraf tot – waarheid werd – ?!

Helena (zich omwendend en naar de schilderij wijzend). Dan zal dàt toch ons mooiste kind zijn geweest – dat, wat je zelf de herinnering noemde: – „het gelaat van herinnering en verlangen, die beide nooit tot waarheid werden!”

Henri. Helena! – ik heb je lief – !

Helena (wil gaan).

Henri. Helena! – zeg me nog, dat – dat je me hebt liefgehad!

Helena (neemt het boeketje viooltjes van haar borst en legt het op de tafel).

Henri. Helena – !

Helena (haar ontroering bedwingend en zich aan de deur steunend, ziet nog eenmaal om, – dan gaat zij).

Henri. Helena – ! – (hij is opgestaan en grijpt den stoel voor den ezel, waarop hij neerzinkt; daarna wenden zijn oogen zich langzaam af van de deur naar de schilderij, die hij een oogenblik verbijsterd beziet, – dan omklemt hij ze met beide armen, terwijl hij zijn snikkend hoofd aan de lijst legt).

Scherm.

Inne książki tego autora