tekstObjętość 80 stron
O książce
De jaren tussen 2257 en 2268 worden bepaald door de magische constructie. De tirannieke tovenaar Sol'altoo heeft de artefactenstad in 2268 van de superaarde teruggetrokken, waardoor de mogelijkheid van tijdreizen in het zonnestelsel, die het construct in de eerste plaats mogelijk maakte en die door de natuurwetten niet bestaat in het normale ruimte-tijdcontinuüm, komt te vervallen. De hele bemanning van de MBF is met MAITRI achtergebleven in de energetische halve wereld van de Zetschn'cha. Sigurd wil proberen terug te keren naar het Mager universum via de Witte Stad van de Apengod. Hij moet echter oppassen dat hij geen tijdparadox veroorzaakt, want hij zal daar pas in 2268 in de echte tijd aankomen. Wanneer het nieuwe spirituele singulariteitskoppel Sigurd en Alethea, die de naam Paurusa delen, de magische stad binnengaan, worden ze gevangen genomen. Ze hebben nog maar weinig tijd om zichzelf te bevrijden voordat een tijdparadox de toekomst dreigt te veranderen.
