Czytaj książkę: «Schaduw Van De Dood (Door Bloed Gebonden Boek 8)»
Table of Contents
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Schaduw Van De Dood
Door Bloed Gebonden Series Boek 8
Amy Blankenship, RK Melton
Vertaald door Angelique Hofland
Copyright © 2012 Amy Blankenship
Tweede editie Gepubliceerd door TekTime
Alle rechten voorbehouden.
Hoofdstuk 1
Chad en Trevor namen op dit moment deel aan de strijd van de eeuw, één die maar weinigen konden overleven en weg konden lopen zonder ernstig letsel ... een harde wedstrijd. Uiteindelijk gaf Chad toe en knipperde met zijn ogen: “Ik heb je gezegd Trevor, er is niets mis met me. Vertrouw me, als ik bovennatuurlijke krachten had, zou ik ze nu op je gebruiken. Zelfs Ren zegt dat ik nog steeds volledig menselijk ben en dat ik geen bijwerkingen heb.” Chad keek weg van Trevor en richtte zijn blik op Ren: “Kom op, steun me hierin.” Ren haalde zijn schouders op, maar negeerde Trevor, wetende dat het Storm's beslissing zou zijn of Chad nu lieten gaan of niet. “Ik voel geen enkele kracht van hem komen ... niks. Hij is nog steeds menselijk voor zover ik kan zien. Kriss zei dat hij misschien sneller zou genezen dan normaal ... althans voor een tijdje.”
“Dus we weten niet of zijn opstanding permanent is?” Vroeg Storm, genietend van de komische opluchting van het argument van Chad en Trevor. Het was geweldig om te zien hoe dingen hem de laatste tijd leken te vermaken.
Ren schudde zijn hoofd samen om Storms gedachtegang. “Het is echt moeilijk om te zeggen. De enige manier die we zeker weten is als hij opnieuw wordt gedood en weer tot leven komt.”
Chad deed een stap terug van de groep en stak zijn hand op. “Denk er niet eens aan. Ik ben geen proefkonijn en ik vind het feit dat ik adem wel fijn.”
Storm's lippen trilden, maar hij hield hem voor Chad. “Dan kunnen we veilig aannemen dat hij geen vleugels zal uitslaan en wegvliegen.” Hij verloor de kleine oorlog met de onderdrukte glimlach toen Chad naar hem keek alsof hij zijn verstand verloren had.
“Vertel me alsjeblieft dat dit een grapje is,” zei Chad hard, want als Storm zoiets zei, namen de meeste mensen het serieus.
Besluitend om die vraag niet te beantwoorden, richtte Storm zijn aandacht op Trevor die hem ook een vreemde blik gaf. “Ik zie geen reden waarom Chad in het kasteel moet blijven als hij het hier niet leuk vindt. Zijn er aanwijzingen waarom hij laatst het doelwit was?”
“NEE, en ik heb elke dag wolven zien kijken en over zijn appartement zien gaan, maar de moordenaar heeft zijn laffe gezicht niet getoond,” antwoordde Trevor. “De wolven zouden een demon hebben geroken als het nog steeds rondsloop. Maar toch, ik denk niet dat hij terug moet gaan. Het is duidelijk geen veilige plek.”
“Wil je stoppen met over me te praten alsof ik hier niet sta? Ik ben een volwassen man en kan voor mezelf zorgen,” Chad kneep met zijn ogen richting Trevor. “Je kunt nog steeds geen wraak nemen voor mijn dood als ik niet dood ben.”
“Je was dood,” schoot Trevor terug. De twee mannen stonden tegenover elkaar in een staar wedstrijd.
“Laten we een deal sluiten,” lachte Storm om zijn eigen grapje. “Micah en Titus leven samen met het grootste deel van het pack in Nacht Licht. Er is veel extra ruimte in die enorme club en je werkt toch al met de meesten op het station. Als je hier niet wilt blijven, waarom ga je dan niet akkoord om daar met het wolvenpak te leven?”
“Klinkt goed voor mij,” zei Trevor vol zelfvertrouwen. “Het is niet zo veilig als hier in het kasteel te wonen, maar het is een stap omhoog van ergens te leven waar een moordenaar gewoon naar binnen kan lopen en je kan doden.”
“Wie stierf en maakte je de baas over me?” Schreeuwde Chad bijna naar Trevor.
“Je deed dat dombo,” grijnsde Trevor op hoe gemakkelijk die ene comeback was.
Chad fronste bij de gedachte om van proefkonijn naar zwerfhond te gaan. “Wat gaf je het idee dat ze me daar zelfs zouden willen?”
“Je zuster,” zuchtte Trevor dramatisch, met zijn troefkaart voor alles wat het waard was. “Eigenlijk heeft Envy gedreigd je appartement te platbranden als ze ooit hoorde dat je daar alleen blijft wonen.”
“Wat?” Chad trok een gezicht naar zijn partner: “Je verzint dit terplekke ... toch?”
“Envy had niet verwacht dat je met haar zou willen samenwonen vanwege alle actie die nu bij Maan Dans gaande is. Het is hectisch geweest daar, ze begonnen zich klaar te maken voor hun jaarlijkse Halloween feest en tegelijkertijd de plek te renoveren. Dus ze kwamen allemaal bij elkaar en praatten erover ... en sinds Nacht Licht voorlopig is gesloten, is het een soort van hangplek geworden voor alle politieagenten. Ze dachten dat je je meteen thuis zou voelen.”
Chad weerstond de drang om te grommen tegen de drie mannen die hem in de maling leken te nemen. Hij begon zich te voelen alsof er een babysitter op hem paste, maar op dit punt was hij bereid om zo ongeveer alles te doen om weg te komen van het kasteel. Hij zou zweren dat ze hem onder een microscoop zouden plaatsen als hij ermee instemde ... het was op zijn zachtst gezegd een raar gevoel. Hij was de enige mens die in dit kasteel woonde, maar hij was degene die als de gek werd behandeld.
“Kom op Trevor, ik weet zeker dat Evey zich verveelt. Ze kan ons een lift geven om Envy te zien en terwijl ik een praatje maak met mijn zus ... misschien kun je Devon voorstellen aan je zeer interessante auto,” zei Chad met een blik en liep toen het kantoor uit.
Trevor keek hem na voordat hij naar Ren keek. “Weet je ... als Evey niet op in was gegroeid, zou ik nu heel erg boos op je zijn.”
Ren grijnsde. “Wees gewoon goed voor haar. Ze houdt van je.” Hij lachte toen Trevor met zijn ogen rolde en Chad de deur uit volgde.
*****
Angelica keek naar de ingang van de metro en toen naar de zon in de wetenschap dat ze het zou missen vanwege het feit dat ze zich opmaakte om ondergronds te gaan. Ze moest bij het kasteel vandaan ... om een tijdje alleen te zijn en echt te werken. Syn was de afgelopen week erg behulpzaam als partner ... maar om haar bestwil had ze nu een beetje ruimte nodig. Hoewel ze moest toegeven dat ze van de aandacht van Syn hield, toen ze eerder was ontwaakt en hij er niet was, was ze hem gaan zoeken. Het was een beetje een wake-up call ... ze had nog nooit iemand in haar leven gezocht en hier was ze ... naar hem op zoek.
Ze was zo gespannen als het was met alle seksuele spanning die ertussen knetterde ... het laatste wat ze nodig had was dat het haar schuld was dat ze afhankelijk van hem was. Tot overmaat van ramp had ze net voordat ze het kasteel verlieten een andere droom. Het had haar niks moeten uitmaken, maar omdat het slechts de derde droom was die ze ooit in haar leven had gehad ... joeg het haar de stuipen op het lijf.
De andere twee dromen waren nachtmerries over een griezelig klein demonenmeisje en een bloedstad ... maar deze niet. Ze had de liefde bedreven ... het was alsof ze haar ogen had geopend in het midden van de droom om te merken dat ze zich onder een man bevond op een bed van mos en naar een waterval keek die in een lagune op slechts enkele centimeters afstand leegliep.
Ze draaide haar hoofd om de man diep in haar te zien ... ze had de ogen gesloten met Syn en rukte zichzelf uit de droom.
Niet in staat om volledig om te gaan met hoe de droom haar het gevoel had gegeven, was ze naar het kantoor van Ren gegaan en had zijn kaarten doorzocht en de heetste plek van demonenactiviteit uitgekozen. Ze had ook een weekendtas ingepakt met de bedoeling een hotelkamer voor de nacht te nemen en sloop het kasteel uit zonder dat iemand het wist. Slechts voor één nacht ... om zichzelf eraan te herinneren dat ze prima alleen kon zijn.
Ze wierp nog een keer een blik over haar schouder om er zeker van te zijn dat ze niet gevolgd werd. Angelica liep de trap af naar de metro's die onder LA liepen. Dit was één van de plaatsen die ze tot nu toe had vermeden vanwege het feit dat alles hier beneden klaar kon staan om je te bespringen. Maar Ren had dit gebied op de kaart gemarkeerd als een hotspot en voor zover ze wist, kwam het niet van de straat. Dat liet een andere plaats achter, het zou ... ondergronds kunnen zijn.
Ze fronste toen ze een grote man de trap op zag komen en een beetje dichter bij de muur kwam om hem te ontwijken. De man moet echter in een slechte bui zijn geweest omdat hij opzettelijk tegen haar aan botste, waardoor ze bijna haar evenwicht verloor en bijna van de trap af viel. De mensen die langsliepen, leek het niet op te vallen en haar frons werd dieper toen één van de politieagenten haar benaderde.
“Gaat het, mevrouw?” Vroeg de officier zich af denkend dat ze high was. “Ik zag je struikelen en bijna vallen ... heb je hulp nodig?”
Angelica's frons werd dieper en ze keek de trap op naar de grote man die ze was tegengekomen. Niemand leek hem te zien, maar mensen liepen om hem heen alsof hij daar was.
“Nee,” zei ze zacht, “met mij gaat het goed.”
De officier knikte en bleef doorgaan, maar Angelica kneep haar ogen samen voordat ze terugkeek naar het slecht verlichte station. Syn had haar geleerd haar eigen energie te verstoppen, dus wat ze ook volgde, zou niet weten dat ze eraan zou komen. Gezien het feit dat een onzichtbare demon zich gewoon in haar had geploegd en bleef doorgaan ... leek het prima te werken.
Ze fronste opnieuw en vroeg zich af waarom ze de gave had de knorrige demon duidelijk te zien zoals andere mensen dat niet konden. Later besloot ze haar identiteitscrisis te verwerken. Angelica herschikte de riem van haar weekendtas op haar schouder en vervolgde haar weg naar de sterkste bron van demonische activiteit.
Michael was een wandeling door de stad gaan maken en bedacht wat hij moest doen voor de Maan Licht gemaskerde bal. Hij dacht even na over verkleden in kostuum, maar dat sprak hem niet echt aan. Uiteindelijk besloot hij dat het het beste was om een masker van The Witch's Brew te kopen, zijn mooiste kleren uit de zeventiende eeuw af te stoffen en als zichzelf te gaan.
Hij was net de hoek omgekomen toen hij Angelica zag staan bij de ingang van het metrostation en naar beneden keek zonder Syn aan haar zijde. Hij keek hoe ze omhoogkeek naar de stralende hemel en vervolgens afdaalde langs de trappen in de schemerige vertrekhal. Met een piek in zijn belangstelling volgde Michael haar discreet de trap af. Hij vreesde niet betrapt te worden omdat het trappenhuis vol mensen tussen hen waren ... hij kon snel de schaduwen om zich heen trekken en zich voor haar verbergen als ze zich omdraaide. Michael grijnsde omdat hij wenste dat hij deze truc had gekend toen hij nog een kind was.
Zijn ogen vernauwden zich toen hij zag dat een grote man opzettelijk Angelica tegen de muur duwde en bleef lopen. Hij was verrast door de ogenblikkelijke woede die hij voelde. Hij haalde een diepe, kalmerende adem en bleef maar lopen en plaatste zich schaamteloos op het pad van de man. Toen de grote man voor hem was, stopten ze en staarden ze elkaar aan. Hij had opeens een flashback van iets dat hij Damon eens had zien doen met een demon die hem kwaad had gemaakt.
“Waar is het vuur?” Vroeg Michael met een koude glimlach.
De lippen van de grote man gingen uit elkaar en lieten een mondvol rottende tanden zien die Michael bijna ziek maakten. Zijn hand flitste naar voren en hij plaatste die midden in de borst van de demon ... en deed hem geen pijn, hij raakte hem eenvoudig aan. Hij grijnsde terwijl hij de verwarring van de demon zag.
“Ooit gehoord van zelfontbranding?” Vroeg Michael nieuwsgierig voordat hij zijn hand wegtrok. “Als dat niet het geval is, bereid je je voor op een spoedcursus.”
Michael deed een stap achteruit en flitste snel uit het zicht toen de demon naar zijn borst keek en toen in doodsangst schreeuwde. Mensen rondom de man begonnen te schreeuwen en rennen toen zijn kleding begon te roken. Binnen enkele seconden werd alle zichtbare huid rood voordat ze verschroeiden en wegbrandde als houtjes in een kampvuur.
Angelica bleef staan en keek om de hoek van het trappenhuis toen ze de man hoorde schreeuwen en zich afvroeg wat er in hemelsnaam was gebeurd. Hij was een demon geweest, voor zover ze wist, maar wie had hem op zo'n pijnlijke manier aangevallen? Angelica trok een wenkbrauw op en wilde eigenlijk dat ze er eerst aan had gedacht en verzuchtte toen dat het waarschijnlijk een andere demon was die het aanviel.
Ze haalde haar schouders op en liep de trap af en grijnsde toen ze het onmiskenbare kraken van botten hoorde terwijl ze brandden. Storm had gelijk gehad toen hij zei dat de meeste demonen elkaar zouden vernietigen. Angelica verdween snel uit de weg toen verschillende veiligheidsbeambten de metro de trap opreden om erachter te komen wat mensen in zo'n paniek hadden.
Michael wikkelde de schaduwen om hem heen en liep verder de trap af. Hij bleef uit het zicht toen Angelica tevoorschijn kwam. Ze liep vlak naast hem en hij onderdrukte een grijns. Hij wist niet wat ze hier beneden alleen aan het doen was, maar hij had eigenlijk een beetje plezier in het volgen van zijn moeder.
Hij wist dat Angelica hem zich niet herinnerde, maar zijn eigen herinneringen aan haar waren kristalhelder ... zelfs haar naam was hetzelfde. Het was vanwege haar dat hij nooit een vrouw had gevonden om van te houden ... niemand vergeleken met de manier waarop ze niet alleen van hem hield, maar ook van de temperamentvolle Damon.
Hij had zo lang nagedacht dat de enige vorm van ware liefde de liefde was die een moeder voor haar kinderen had. Het duurde tot voor kort dat de mensen om hem heen ertoe hadden geleid dat hij aan die theorie begon te twijfelen.
Angelica ging op het perron staan kijken hoe de mensen zich vermengden en met hun leven doorgingen. Het zien van een kleine jongen die gluurt rond zijn moeder en naar haar met een glimlach herinnerde dat haar aan wat Syn in het ziekenhuis had gedaan. Ze glimlachte terug naar de jongen en wenste dat ze de macht had om hem een demon afweermiddel te geven, omdat zijn moeder hem onbewust had meegenomen naar deze tunnel met een stel van hen.
Ze kromp ineen toen ze zich realiseerde dat haar gedachten de cirkel rond waren gegaan ... regelrecht terug naar Syn. Ze voelde zich een beetje roekeloos en liep naar het hek die ervoor zorgde dat mensen niet op de rails kunnen vallen en er een beetje overheen leunde, de ene kant opkijkend en daarna de andere. Toen ze naar links draaide, volgde ze de reling naar het einde van de massieve ruimte en leunde eroverheen om de tunnel nader te bekijken.
Alles wat ze zag, was duisternis, gebroken door stukjes licht uit de gedimde verlichting die diende om slechts een paar meter om hen heen te verlichten. Ze waren te ver uit elkaar gesplitst om echte hulp te zijn. Het was geen geheim dat ze een hekel had aan tunnels en duisternis. Op dit moment wilde ze eigenlijk dat Zachary bij haar was. Met een zwaai van zijn hand kon hij alles oplichten wat hij maar wilde met een zwevende vlam.
Toen hij de kleine vlammen vlak voor haar had opgeroepen om te pronken, had ze hem weken haar kleine vuurvlieg genoemd. Ze glimlachte bij de herinnering. Zachary had tenminste entertainment kunnen bieden en hij was een stuk veiliger om mee samen te werken dan een bepaalde zonnegod die ervoor zorgde dat ze in frustratie haar dijen samen wilde drukken.
Angelica ritste haar schoudertas open en haalde er een kristallen bol uit die ze uit het privéarsenaal van het kasteel had gehaald en sprong op het onderhoud pad dat door de tunnel liep.
Ze keek niet terug naar het perron ... als ze dat had gedaan, zou ze Michael achter zich in de duisternis hebben zien wegglippen.
Michael bleef Angelica's bewegingen volgen door de tunnel en wendde zijn gezicht af toen één van de metrotreinen langs hem naar het perron vloog. Door de windvlaag vlogen zijn haar en kleding rond hem, maar daarmee kwam ook de geur van demonen ... veel van hen.
Toen hij weer door de tunnel keek, zag hij Angelica even pauzeren en achter zich kijken. Terwijl hij in de schaduw stapte, fronste hij en wenste dat ze geen deel van PIT was. Geen goede zoon zou het leuk vinden dat het werk van zijn moeder zo gevaarlijk was.
Toen hij hoorde wat als krassen onder hem klonk, stopte hij en leunde over de leuning terwijl hij de donkere randen van een smalle doorgang zag die vlak onder het beton lag waarop hij stond. Zijn ogen vernauwden zich en vroegen zich af wat voor soort monsters daar beneden waren.
Michael wierp een blik in de tunnel en siste dat hij Angelica niet meer zag. Met alle luiken en onderhoudsdeuren, nog afgezien van het feit dat er vluchttunnels onder zaten, moest hij uitvinden welke weg zij was gegaan.
Zijn beweging versnellend, was hij weinig meer dan een schim, toen hij langzamer ging kwam hij bij een splitsing die in vier verschillende richtingen brak.
“Syn,” fluisterde Michael, niet blij met de kansen.
Hij voelde dat Syn tegen zijn geest aankwam en hem liet weten dat Angelica in orde was en in goede handen was. Hij wilde zijn vader daar geen vragen over stellen en vroeg zich bijna af hoe Syn wist dat hij daar was. Het zou een domme vraag zijn geweest ... Syn wist altijd waar zijn kinderen waren.
Michael keek naar uiterst links, voelde de aura van zijn vader door de donkere tunnel en voelde opluchting wetende dat zijn moeder veilig was. Hij voelde de trilling van een andere trein die naderde, leunde achterover tegen de muur en staarde recht in de lange trein toen deze passeerde.
Hij verscherpte zijn zicht, ving de snelle beelden van mensen op hun stoelen op en zag iets anders. Terwijl elke afzonderlijke coupé voorbijging ... was er een verval tussen hen waardoor hij de andere kant van de dubbele baan kon zien. Daar stond een vrouw met lang platinablond haar hem aan te staren, haar haren waaiden heen en weer door de wind die vanaf de trein kwam.
Michael gaf niet langer om de passagiers, want hij concentreerde zich alleen op haar. Ze was gekleed in een oversized wit shirt dat fladderde door de druk van de lucht. Hij merkte op dat de bovenste vier knoppen open waren gemaakt en gevaarlijk meer blootlegden dan alleen haar vlekkeloze decolleté.
Hij sloeg zijn blik neer om te zien dat haar shirt tot halverwege de dij kwam samen met de randen van een zwarte geplooide rok die misschien twee centimeter meer bedekte dan het shirt. De onderkant van het doek werd gevolgd door lange welgevormde benen. Michael trok langzaam zijn blik terug naar haar gezicht en vroeg zich af of ze hem in de ban had gehouden. Zelfs gekleed als een straatrat, was ze het mooiste wat hij ooit had gezien.
Aurora was overrompeld toen ze de kracht in de buurt van haar omhoogschieten voelde en uit haar schuilplaats kroop. Ze bereidde zich voor op een gevecht, denkend dat één van de meesterdemonen haar geur had opgevangen en haar naderde. Ze was het beu om weg te rennen voor de machtigen ... ze had voor ze weggelopen sinds ze aan Samuel ontsnapte en door de kloof kwam.
Ze was echter geen lafaard ... ze had de meeste demonen die ze tegenkwam gedood, maar er waren er die haar zelfs bang maakten, dus ze had evenveel tijd besteed om ze een stap voor te blijven. Ze wist wat er zou gebeuren als ze gevangen werd genomen door de verkeerde demon ... Samuel had haar die les op de moeilijke manier geleerd.
Ze richtte zich nu op de ziel voor haar en voelde verwarring omdat ze er niets mee te vergelijken had. De ziel was geen mens ... noch was het een demon. Het leek meer op staren in de zon. Haar lippen gingen uiteen toen ze haar blik van de ziel af trok en verwonderd naar de man keek met vreemde amethistogen.
Michael greep de vangrail, klaar om erover te springen toen het einde van de trein dichterbij kwam. Wat ze ook was ... ze leek verloren en alleen en ze staarde hem aan alsof hij haar redder was.
Aurora inhaleerde scherp toen hij plotseling centimeters voor haar was, maar ze voelde nog steeds niet de behoefte om te rennen of vechten zoals ze deed met de demonen. Ze sloeg langzaam haar blik op, stopte bij zijn perfecte lippen voordat ze in de mooiste ogen staarde die ze ooit had gezien.
“Je zou hier niet moeten zijn ... het is gevaarlijk,” waarschuwde Michael vechtend tegen zijn instinct om naar haar te reiken ... om haar te redden van waar ze bang voor was.
De ogen van Aurora sloegen recht terug naar zijn lippen terwijl hij sprak en ze kwam een stap dichterbij. “Ben je echt?” Ze stak haar hand op en wilde zijn gezicht aanraken, maar aarzelde. “Kan ik je aanraken?”
“Ik wou dat je dat zou doen,” ademde Michael terwijl elke emotie in hem zich inspande om te verbrijzelen. Op het moment dat haar zachte vingertoppen zijn wang raakten, brak een emotie los van de rest ... willen. Hij liet zijn hoofd zakken en ving wanhopig haar lippen op.